Dutch

Detailed Translations for meevallertje from Dutch to English

meevallertje:

meevallertje [het ~] noun

  1. het meevallertje
    the windfall; the chance; the godsend; the bit of luck

Translation Matrix for meevallertje:

NounRelated TranslationsOther Translations
bit of luck meevallertje buitenkansje; gelukje; gelukkig toeval; mazzeltje; meevaller; opsteker; voordeel
chance meevallertje buitenkansje; gelegenheid; gelukkig toeval; kans; mazzel; mazzeltje; meevaller; mogelijkheid; opsteker; tref; voordeel
godsend meevallertje absolute meevaller; buitenkansje; gelukje; gelukkig toeval; klapper; mazzeltje; meevaller; opsteker; topper; tref; voordeel
windfall meevallertje absolute meevaller; buitenkans; fortuintje; gelukje; klapper; mazzeltje; meevaller; topper; tref; voordeel

Related Words for "meevallertje":


meevallertje form of meevaller:

meevaller [de ~ (m)] noun

  1. de meevaller (mazzel)
    the fortunate; the good luck; the chance
  2. de meevaller (buitenkans; voordeel)
    the windfall; the sheer luck; the stroke of luck
  3. de meevaller (gelukkig toeval; voordeel; opsteker; buitenkansje)
    the lucky coincidence; the chance; the godsend; the pleasant surprise; the stroke of unexpected luck; the piece of luck; the stroke of luck; the bit of good luck; the bit of luck; the piece of good luck

Translation Matrix for meevaller:

NounRelated TranslationsOther Translations
bit of good luck buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel buitenkansje; gelukje; gelukstreffer; toevalstreffer; treffer
bit of luck buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel gelukje; mazzeltje; meevallertje
chance buitenkansje; gelukkig toeval; mazzel; meevaller; opsteker; voordeel gelegenheid; kans; mazzeltje; meevallertje; mogelijkheid; tref
fortunate mazzel; meevaller
godsend buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel absolute meevaller; gelukje; klapper; mazzeltje; meevallertje; topper; tref
good luck mazzel; meevaller
lucky coincidence buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel
piece of good luck buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel gelukje
piece of luck buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel tref
pleasant surprise buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel absolute meevaller; gelukje; klapper; topper
sheer luck buitenkans; meevaller; voordeel
stroke of luck buitenkans; buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel buitenkansje; gelukstreffer; toevalstreffer; tref; treffer
stroke of unexpected luck buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel absolute meevaller; klapper; topper
windfall buitenkans; meevaller; voordeel absolute meevaller; fortuintje; gelukje; klapper; mazzeltje; meevallertje; topper; tref
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fortunate fortuinlijk; gelukkig; geslaagd; succesvol; voorspoedig; voorspoedig verlopend

Related Words for "meevaller":


Wiktionary Translations for meevaller:


Cross Translation:
FromToVia
meevaller luck heur — littéraire|fr (vieilli) bonne fortune, chance heureux.