Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. misrekening:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for misrekening from Dutch to English

misrekening:

misrekening [de ~ (v)] noun

  1. de misrekening (tegenvaller; teleurstelling; fiasco; )
    the disappointment; the mishap; the comedown; the blow; the letdown
  2. de misrekening (vergissing; fout; misgreep; )
    the mistake; the failure; the error; the miscalculation; the blunder; the miss

Translation Matrix for misrekening:

NounRelated TranslationsOther Translations
blow fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; por; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; zet
blunder blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing abuis; blunder; domheid; dwaling; enormiteit; flater; fout; giller; misgreep; misschot; misser; misslag; misstap; vergissing
comedown fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
disappointment fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
error blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing abuis; blunder; domheid; dwaling; feil; flater; fout; giller; incorrectheid; misgreep; misslag; onjuistheid; vergissing
failure blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing afgang; bankroet; echec; faillissement; feil; fiasco; flop; fout; gebrek; kneusje; mislukkeling; mislukking; misschot; misser; wanprestatie
letdown fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
miscalculation blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
mishap fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
miss blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing juffrouw; mejuffrouw; misschot; misser
mistake blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misslag; misstap; vergissing
VerbRelated TranslationsOther Translations
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
blunder blunderen; flappen
miss ernaast gooien; iets mislopen; misgooien; mislopen; missen; vermissen; voorbijzien
mistake feilen; het mis hebben; misrekenen; vergissen

Related Words for "misrekening":

  • misrekeningen

Wiktionary Translations for misrekening:


Cross Translation:
FromToVia
misrekening disappointment; disillusionment; awakening déception — Fait d’décevoir ou de subir une situation inférieure à ses attentes.