Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. niet laten gaan:


Dutch

Detailed Translations for niet laten gaan from Dutch to English

niet laten gaan:

niet laten gaan verb

  1. niet laten gaan (vasthouden)
    to retain; to hold; to keep; don't let go of

Translation Matrix for niet laten gaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
hold bak; barrel; beetnemen; beetpakken; emmer; fust; greep; houdgreep; kuip; pot; scheepsruim; teil; ton; vastpakken; vat
VerbRelated TranslationsOther Translations
don't let go of niet laten gaan; vasthouden
hold niet laten gaan; vasthouden aanhouden; arresteren; beethouden; beseffen; doorzien; gevangennemen; handhaven; in de cel zetten; inrekenen; inzien; onderkennen; oppakken; opsluiten; realiseren; stand houden; vastzetten; wachten
keep niet laten gaan; vasthouden behouden; bewaren; conserveren; erbij houden; in blik conserveren; inblikken; inmaken
retain niet laten gaan; vasthouden behouden

Related Translations for niet laten gaan