Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. terugslaan:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for terugslaan:
    • retaliate


Dutch

Detailed Translations for terugslaan from Dutch to English

terugslaan:

terugslaan verb (sla terug, slaat terug, sloeg terug, sloegen terug, teruggeslagen)

  1. terugslaan (terugvechten)
    to strike back; to beat back; to blow back; to hit back; to kick back
    • strike back verb (strikes back, struck back, striking back)
    • beat back verb (beats back, beated back, beating back)
    • blow back verb (blows back, blowing back)
    • hit back verb (hits back, hit back, hitting back)
    • kick back verb (kicks back, kicked back, kicking back)

Conjugations for terugslaan:

o.t.t.
  1. sla terug
  2. slaat terug
  3. slaat terug
  4. slaan terug
  5. slaan terug
  6. slaan terug
o.v.t.
  1. sloeg terug
  2. sloeg terug
  3. sloeg terug
  4. sloegen terug
  5. sloegen terug
  6. sloegen terug
v.t.t.
  1. heb teruggeslagen
  2. hebt teruggeslagen
  3. heeft teruggeslagen
  4. hebben teruggeslagen
  5. hebben teruggeslagen
  6. hebben teruggeslagen
v.v.t.
  1. had teruggeslagen
  2. had teruggeslagen
  3. had teruggeslagen
  4. hadden teruggeslagen
  5. hadden teruggeslagen
  6. hadden teruggeslagen
o.t.t.t.
  1. zal terugslaan
  2. zult terugslaan
  3. zal terugslaan
  4. zullen terugslaan
  5. zullen terugslaan
  6. zullen terugslaan
o.v.t.t.
  1. zou terugslaan
  2. zou terugslaan
  3. zou terugslaan
  4. zouden terugslaan
  5. zouden terugslaan
  6. zouden terugslaan
en verder
  1. ben teruggeslagen
  2. bent teruggeslagen
  3. is teruggeslagen
  4. zijn teruggeslagen
  5. zijn teruggeslagen
  6. zijn teruggeslagen
diversen
  1. sla terug!
  2. slat terug!
  3. teruggeslagen
  4. terugslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugslaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
strike back afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
beat back terugslaan; terugvechten
blow back terugslaan; terugvechten
hit back terugslaan; terugvechten
kick back terugslaan; terugvechten
strike back terugslaan; terugvechten echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen

Wiktionary Translations for terugslaan:


Cross Translation:
FromToVia
terugslaan retort; refute rétorquerretourner contre son adversaire les raisons, les arguments, les preuves dont il s’servir.