Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tevoorschijntoveren:


Dutch

Detailed Translations for tevoorschijntoveren from Dutch to English

tevoorschijntoveren:

tevoorschijntoveren verb (tover tevoorschijn, tovert tevoorschijn, toverde tevoorschijn, toverden tevoorschijn, tevoorschijn getoverd)

  1. tevoorschijntoveren (tevoorschijnhalen; laten zien; voordedaghalen)
    to bring out; to show; to produce; to take out
    • bring out verb (brings out, brought out, bringing out)
    • show verb (shows, showed, showing)
    • produce verb (produces, produced, producing)
    • take out verb (takes out, took out, taking out)

Conjugations for tevoorschijntoveren:

o.t.t.
  1. tover tevoorschijn
  2. tovert tevoorschijn
  3. tovert tevoorschijn
  4. toveren tevoorschijn
  5. toveren tevoorschijn
  6. toveren tevoorschijn
o.v.t.
  1. toverde tevoorschijn
  2. toverde tevoorschijn
  3. toverde tevoorschijn
  4. toverden tevoorschijn
  5. toverden tevoorschijn
  6. toverden tevoorschijn
v.t.t.
  1. heb tevoorschijn getoverd
  2. hebt tevoorschijn getoverd
  3. heeft tevoorschijn getoverd
  4. hebben tevoorschijn getoverd
  5. hebben tevoorschijn getoverd
  6. hebben tevoorschijn getoverd
v.v.t.
  1. had tevoorschijn getoverd
  2. had tevoorschijn getoverd
  3. had tevoorschijn getoverd
  4. hadden tevoorschijn getoverd
  5. hadden tevoorschijn getoverd
  6. hadden tevoorschijn getoverd
o.t.t.t.
  1. zal tevoorschijntoveren
  2. zult tevoorschijntoveren
  3. zal tevoorschijntoveren
  4. zullen tevoorschijntoveren
  5. zullen tevoorschijntoveren
  6. zullen tevoorschijntoveren
o.v.t.t.
  1. zou tevoorschijntoveren
  2. zou tevoorschijntoveren
  3. zou tevoorschijntoveren
  4. zouden tevoorschijntoveren
  5. zouden tevoorschijntoveren
  6. zouden tevoorschijntoveren
en verder
  1. ben tevoorschijn getoverd
  2. bent tevoorschijn getoverd
  3. is tevoorschijn getoverd
  4. zijn tevoorschijn getoverd
  5. zijn tevoorschijn getoverd
  6. zijn tevoorschijn getoverd
diversen
  1. tover tevoorschijn!
  2. tovert tevoorschijn!
  3. tevoorschijn getoverd
  4. tevoorschijntoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tevoorschijntoveren:

NounRelated TranslationsOther Translations
produce artikelen; koopwaar; voorwerpen; waar
show demonstratie; expositie; happening; laten zien; opvoering; parade; performance; show; staatsie; tentoonstelling; toneelavond; uiterlijk vertoon; uitstalling; vertoning; voorstelling
VerbRelated TranslationsOther Translations
bring out laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen laten zien; te voorschijn halen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; voor de dag halen
produce laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen fabriceren; losmaken; maken; opbrengen; opleveren; produceren; teweegbrengen; tot stand brengen; vervaardigen; verwekken; voor elkaar krijgen; voortbrengen
show laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen aanduiden; aangeven; attenderen; etaleren; exposeren; getuigen van; iets aanwijzen; indiceren; laten blijken; laten zien; openbaren; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tonen; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; wijzen; wijzen naar; zich uiten
take out laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen eruit nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; loshalen; meenemen; naar buiten halen; nemen uit; uithalen; uitlichten; uitnemen