Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tussen zetten:


Dutch

Detailed Translations for tussen zetten from Dutch to English

tussen zetten:

tussen zetten verb (zet tussen, zette tussen, zetten tussen, tussen gezet)

  1. tussen zetten
    to insert; to place in between; to put in between
    • insert verb (inserts, inserted, inserting)
    • place in between verb (places in between, placed in between, placing in between)
    • put in between verb (puts in between, put in between, putting in between)

Conjugations for tussen zetten:

o.t.t.
  1. zet tussen
  2. zet tussen
  3. zet tussen
  4. zetten tussen
  5. zetten tussen
  6. zetten tussen
o.v.t.
  1. zette tussen
  2. zette tussen
  3. zette tussen
  4. zetten tussen
  5. zetten tussen
  6. zetten tussen
v.t.t.
  1. heb tussen gezet
  2. hebt tussen gezet
  3. heeft tussen gezet
  4. hebben tussen gezet
  5. hebben tussen gezet
  6. hebben tussen gezet
v.v.t.
  1. had tussen gezet
  2. had tussen gezet
  3. had tussen gezet
  4. hadden tussen gezet
  5. hadden tussen gezet
  6. hadden tussen gezet
o.t.t.t.
  1. zal tussen zetten
  2. zult tussen zetten
  3. zal tussen zetten
  4. zullen tussen zetten
  5. zullen tussen zetten
  6. zullen tussen zetten
o.v.t.t.
  1. zou tussen zetten
  2. zou tussen zetten
  3. zou tussen zetten
  4. zouden tussen zetten
  5. zouden tussen zetten
  6. zouden tussen zetten
en verder
  1. ben tussen gezet
  2. bent tussen gezet
  3. is tussen gezet
  4. zijn tussen gezet
  5. zijn tussen gezet
  6. zijn tussen gezet
diversen
  1. zet tussen!
  2. zett tussen!
  3. tussen gezet
  4. tussen zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tussen zetten:

NounRelated TranslationsOther Translations
insert invoegen; inzetstuk
VerbRelated TranslationsOther Translations
insert tussen zetten inlassen; inleggen; invoegen; tussenlassen; tussenleggen
place in between tussen zetten tussenlassen
put in between tussen zetten tussenlassen

Related Translations for tussen zetten