Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vlakte:
  2. vlakken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vlakte from Dutch to English

vlakte:

vlakte [de ~ (v)] noun

  1. de vlakte (laagland)
    the marshland; the lowland
  2. de vlakte
    plain

Translation Matrix for vlakte:

NounRelated TranslationsOther Translations
lowland laagland; vlakte
marshland laagland; vlakte
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
plain vlakte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
plain alledaags; blank; cru; direct; eenvoudig; effen; gewoon; gewoonweg; klinkklaar; lelijk; lelijk uitziend; niets bijzonders; onbewimpeld; ongelakt; ongezouten; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ordinair; puur; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; van één kleur; vrij; vrijelijk; vrijuit; wit; wit van huidskleur

Related Words for "vlakte":

  • vlaktes

Wiktionary Translations for vlakte:

vlakte
noun
  1. gebied met weinig of geen hoogteverschillen
vlakte
noun
  1. an expanse of land with relatively low relief

Cross Translation:
FromToVia
vlakte plane; plain EbeneGeographie: lang ausgestreckte, flache, hügelfreie Landschaft unabhängig von ihrer Höhe über dem Meer
vlakte plain; plane plaineplat campagne, grande étendue de terre dans un pays uni.

vlakte form of vlakken:

vlakken verb (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)

  1. vlakken (uitvlakken; wissen; uitwissen; )
    to erase; to wipe out; to delete; to eliminate; to wipe; to blot out; to rub out
    • erase verb (erases, erased, erasing)
    • wipe out verb (wipes out, wiped out, wiping out)
    • delete verb (deletes, deleted, deleting)
    • eliminate verb (eliminates, eliminated, eliminating)
    • wipe verb (wipes, wiped, wiping)
    • blot out verb (blots out, blotted out, blotting out)
    • rub out verb (rubs out, rubbed out, rubbing out)

Conjugations for vlakken:

o.t.t.
  1. vlak
  2. vlakt
  3. vlakt
  4. vlakken
  5. vlakken
  6. vlakken
o.v.t.
  1. vlakte
  2. vlakte
  3. vlakte
  4. vlakten
  5. vlakten
  6. vlakten
v.t.t.
  1. heb gevlakt
  2. hebt gevlakt
  3. heeft gevlakt
  4. hebben gevlakt
  5. hebben gevlakt
  6. hebben gevlakt
v.v.t.
  1. had gevlakt
  2. had gevlakt
  3. had gevlakt
  4. hadden gevlakt
  5. hadden gevlakt
  6. hadden gevlakt
o.t.t.t.
  1. zal vlakken
  2. zult vlakken
  3. zal vlakken
  4. zullen vlakken
  5. zullen vlakken
  6. zullen vlakken
o.v.t.t.
  1. zou vlakken
  2. zou vlakken
  3. zou vlakken
  4. zouden vlakken
  5. zouden vlakken
  6. zouden vlakken
diversen
  1. vlak!
  2. vlakt!
  3. gevlakt
  4. vlakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vlakken:

NounRelated TranslationsOther Translations
eliminate elimineren; wegwerken
VerbRelated TranslationsOther Translations
blot out uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen doorstrepen
delete uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen doorhalen; schrappen; verwijderen
eliminate uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen afbreken; afmaken; koudmaken; liquideren; ruineren; slopen; uit de weg ruimen; uitroeien; vernielen; vernietigen; verwoesten
erase uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen vagen
rub out uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen
wipe uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen zemen
wipe out uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen uitroeien; vagen; wegvagen

Related Words for "vlakken":