Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: hypotheek

Dutch and Spanish Translation Search Results for hypotheek

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

hypotheek:
- crédito; préstamo de dinero; hipoteca
Wiktionary:
- hypotheek → hipoteca
- hypotheek → hipoteca

Dutch

Detailed Translations for hypotheek from Dutch to Spanish

hypotheek:

hypotheek [de ~ (v)] noun

de hypotheek (lening; geldlening)
el crédito; el préstamo de dinero; la hipoteca
- crédito [el ~] noun
- préstamo de dinero [el ~] noun
- hipoteca [la ~] noun
de hypotheek
la hipoteca
- hipoteca [la ~] noun

Translation Matrix for hypotheek:

Noun	Related Translations	Other Translations
crédito	geldlening; hypotheek; lening	bezit; bezitting; bezittingen; confessie; credit; eigendom; geldverstrekking; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; goederen; have; krediet; kredietverlening; lening
hipoteca	geldlening; hypotheek; lening
préstamo de dinero	geldlening; hypotheek; lening

Related Words for "hypotheek":

hypotheken

Wiktionary Translations for hypotheek:

hypotheek

noun

een geldsom met een onroerend goed als pand
- hypotheek → hipoteca

Cross Translation:

From	To	Via
• hypotheek	→ hipoteca	↔ mortgage — special form of secured loan
• hypotheek	→ hipoteca	↔ hypothèque — juri\|fr Accord entre celui qui emprunte de l’argent (le propriétaire) et celui qui fournit l’argent (le créancier). Si le montant d’argent (qui est égal à la valeur de la propriété) n’est pas remboursé, le créancier peut devenir le propriétaire du bien.