Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. maal:
  2. malen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for maal:
    • veces


Dutch

Detailed Translations for maal from Dutch to Spanish

maal:

maal [de ~] noun

  1. de maal (keer)
    – elk moment waarop het gebeurt 1
    la vez
    • vez [la ~] noun

maal [het ~] noun

  1. het maal (maaltijd; eten; diner)
    – keer per dag dat je voedsel eet 1
    la comida; el almuerzo

Translation Matrix for maal:

NounRelated TranslationsOther Translations
almuerzo diner; eten; maal; maaltijd koffiemaaltijd; lunch; lunchpakket; twaalfuurtje
comida diner; eten; maal; maaltijd eetwaren; eten; gerecht; kost; leeftocht; levensmiddelen; proviand; schotel; spijs; spijziging; voeding; voedsel
vez keer; maal keer; ombuiging; verandering; wijziging
- keer; maaltijd

Related Words for "maal":

  • malen, maaltje, maaltjes

Synonyms for "maal":


Related Definitions for "maal":

  1. elk moment waarop het gebeurt1
    • ik zat voor de eerste maal in een sportwagen1
  2. keer per dag dat je voedsel eet1
    • ze bereidde een heerlijk maal voor ons1

Wiktionary Translations for maal:

maal
noun
  1. telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt

Cross Translation:
FromToVia
maal por times — multiplied by
maal vez fois — Reprise
maal comida repas — Nourriture (sens général)

maal form of malen:

malen verb (maal, maalt, maalde, maalden, gemalen)

  1. malen (fijnmalen; vermalen)

Conjugations for malen:

o.t.t.
  1. maal
  2. maalt
  3. maalt
  4. malen
  5. malen
  6. malen
o.v.t.
  1. maalde
  2. maalde
  3. maalde
  4. maalden
  5. maalden
  6. maalden
v.t.t.
  1. heb gemalen
  2. hebt gemalen
  3. heeft gemalen
  4. hebben gemalen
  5. hebben gemalen
  6. hebben gemalen
v.v.t.
  1. had gemalen
  2. had gemalen
  3. had gemalen
  4. hadden gemalen
  5. hadden gemalen
  6. hadden gemalen
o.t.t.t.
  1. zal malen
  2. zult malen
  3. zal malen
  4. zullen malen
  5. zullen malen
  6. zullen malen
o.v.t.t.
  1. zou malen
  2. zou malen
  3. zou malen
  4. zouden malen
  5. zouden malen
  6. zouden malen
diversen
  1. maal!
  2. maalt!
  3. gemalen
  4. malend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for malen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
moler fijnmalen; malen; vermalen
pulverizar fijnmalen; malen; vermalen fijn drukken; fijn maken; fijnmaken; kapotdrukken; platdrukken; tot poeder maken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; vernevelen; verpletteren; verpulveren; verstuiven

Related Words for "malen":


Wiktionary Translations for malen:

malen
verb
  1. tussen twee harde voorwerpen fijnwrijven

Cross Translation:
FromToVia
malen rallar grate — shred
malen moler grind — to make smaller by breaking with a device
malen moler mill — grind or process using a mill or other machine
malen reducir a polvo; pulverizar; triturar powder — to reduce to fine particles
malen moler moudre — Mettre en poudre au moyen du moulin.