Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: vork

Dutch and Spanish Translation Search Results for vork

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

vork:
- horca; bieldo
Wiktionary:
- vork → tenedor, horca, horquilla
- vork → horqueta, tenedor, bifurcación

Dutch

Detailed Translations for vork from Dutch to Spanish

vork:

vork [de ~] noun

de vork (gaffel; riek; hooivork)
la horca; el bieldo
- horca [la ~] noun
- bieldo [el ~] noun

Translation Matrix for vork:

Noun	Related Translations	Other Translations
bieldo	gaffel; hooivork; riek; vork
horca	gaffel; hooivork; riek; vork	galg; gelukje; mazzeltje; strop

Related Words for "vork":

vorken

Related Definitions for "vork":

voorwerp met steel en drie of vier tanden¹
- wij eten altijd met mes en vork¹

Wiktionary Translations for vork:

vork

noun

voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
- vork → tenedor
bepaald landbouwwerktuig (vergelijk met hooivork, mestvork)
- vork → horca
fietsonderdeel waarin het wiel wordt bevestigd: telescopische vork, voorvork en achtervork)
- vork → horquilla

Cross Translation:

From	To	Via
• vork	→ horqueta	↔ crotch — area where something forks
• vork	→ tenedor	↔ fork — eating utensil
• vork	→ bifurcación	↔ fork — intersection
• vork	→ bifurcación	↔ bifurcation — division en deux branches.
• vork	→ tenedor	↔ fourchette — Ustensile de table

¹Muiswerk Woordenboek