Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bekrassen:


Dutch

Detailed Translations for bekrassen from Dutch to Spanish

bekrassen:

bekrassen verb (bekras, bekrast, bekraste, bekrasten, bekrast)

  1. bekrassen

Conjugations for bekrassen:

o.t.t.
  1. bekras
  2. bekrast
  3. bekrast
  4. bekrassen
  5. bekrassen
  6. bekrassen
o.v.t.
  1. bekraste
  2. bekraste
  3. bekraste
  4. bekrasten
  5. bekrasten
  6. bekrasten
v.t.t.
  1. heb bekrast
  2. hebt bekrast
  3. heeft bekrast
  4. hebben bekrast
  5. hebben bekrast
  6. hebben bekrast
v.v.t.
  1. had bekrast
  2. had bekrast
  3. had bekrast
  4. hadden bekrast
  5. hadden bekrast
  6. hadden bekrast
o.t.t.t.
  1. zal bekrassen
  2. zult bekrassen
  3. zal bekrassen
  4. zullen bekrassen
  5. zullen bekrassen
  6. zullen bekrassen
o.v.t.t.
  1. zou bekrassen
  2. zou bekrassen
  3. zou bekrassen
  4. zouden bekrassen
  5. zouden bekrassen
  6. zouden bekrassen
diversen
  1. bekras!
  2. bekrast!
  3. bekrast
  4. bekrassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bekrassen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
garabetear bekrassen