Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bemind:
  2. beminnen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bemind from Dutch to Spanish

bemind:


bemind form of beminnen:

beminnen verb (bemin, bemint, beminde, beminden, bemind)

  1. beminnen (minnen)
    amar; querer
  2. beminnen (liefhebben; houden van)
    querer; amar; mantener
  3. beminnen (vrijen; de liefde bedrijven; minnen; liefkozen; minnekozen)

Conjugations for beminnen:

o.t.t.
  1. bemin
  2. bemint
  3. bemint
  4. beminnen
  5. beminnen
  6. beminnen
o.v.t.
  1. beminde
  2. beminde
  3. beminde
  4. beminden
  5. beminden
  6. beminden
v.t.t.
  1. heb bemind
  2. hebt bemind
  3. heeft bemind
  4. hebben bemind
  5. hebben bemind
  6. hebben bemind
v.v.t.
  1. had bemind
  2. had bemind
  3. had bemind
  4. hadden bemind
  5. hadden bemind
  6. hadden bemind
o.t.t.t.
  1. zal beminnen
  2. zult beminnen
  3. zal beminnen
  4. zullen beminnen
  5. zullen beminnen
  6. zullen beminnen
o.v.t.t.
  1. zou beminnen
  2. zou beminnen
  3. zou beminnen
  4. zouden beminnen
  5. zouden beminnen
  6. zouden beminnen
diversen
  1. bemin!
  2. bemint!
  3. bemind
  4. beminnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beminnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
mantener instandhouden
VerbRelated TranslationsOther Translations
acostarse beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
amar beminnen; houden van; liefhebben; minnen
coser beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen doorstikken; hechten; innaaien; naaien; opnaaien; opstikken; stikken; vastnaaien
hacer el amor beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen de liefde bedrijven
mantener beminnen; houden van; liefhebben behouden; bestendigen; financieel steunen; in stand houden; niet laten gaan; niet terugnemen; onderhouden; vasthouden
querer beminnen; houden van; liefhebben; minnen begeren; believen; hopen; kwijnen; kwijnend verlangen; moeten; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wensen; willen

Wiktionary Translations for beminnen:

beminnen
verb
  1. amoureuze gevoelens voor iemand koesteren

Cross Translation:
FromToVia
beminnen querer; amar love — have a strong affection for
beminnen apreciar; estimar aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.