Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bijvallen:
  2. bijval:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijvallen from Dutch to Spanish

bijvallen:

bijvallen verb (val bij, valt bij, viel bij, vielen bij, bijgevallen)

  1. bijvallen (gelijk geven; steunen)
  2. bijvallen (instemmen; rugsteunen; steunen)

Conjugations for bijvallen:

o.t.t.
  1. val bij
  2. valt bij
  3. valt bij
  4. vallen bij
  5. vallen bij
  6. vallen bij
o.v.t.
  1. viel bij
  2. viel bij
  3. viel bij
  4. vielen bij
  5. vielen bij
  6. vielen bij
v.t.t.
  1. ben bijgevallen
  2. bent bijgevallen
  3. is bijgevallen
  4. zijn bijgevallen
  5. zijn bijgevallen
  6. zijn bijgevallen
v.v.t.
  1. was bijgevallen
  2. was bijgevallen
  3. was bijgevallen
  4. waren bijgevallen
  5. waren bijgevallen
  6. waren bijgevallen
o.t.t.t.
  1. zal bijvallen
  2. zult bijvallen
  3. zal bijvallen
  4. zullen bijvallen
  5. zullen bijvallen
  6. zullen bijvallen
o.v.t.t.
  1. zou bijvallen
  2. zou bijvallen
  3. zou bijvallen
  4. zouden bijvallen
  5. zouden bijvallen
  6. zouden bijvallen
diversen
  1. val bij!
  2. valt bij!
  3. bijgevallen
  4. bijvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijvallen:

NounRelated TranslationsOther Translations
aprobar instemmen
estar de acuerdo instemmen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aprobar bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen aankopen; aanschaffen; aanstaan; akkoord gaan met; autoriseren; believen; billijken; erdoor komen; fiatteren; goeddunken; goedkeuren; goedvinden; halen; instemmen; kopen; pakken; permitteren; ratificeren; toestaan; toestemmen in; toestemming verlenen; verkrijgen; verwerven
dar la razón a alguien bijvallen; gelijk geven; steunen
estar de acuerdo bijvallen; gelijk geven; instemmen; rugsteunen; steunen eens worden; overeenkomen; overeenstemmen

Related Words for "bijvallen":


Wiktionary Translations for bijvallen:


Cross Translation:
FromToVia
bijvallen secundar second — to agree as a second person

bijval:

bijval [de ~ (m)] noun

  1. de bijval (instemming)
    la aprobación; el asentimiento; la adhesión

Translation Matrix for bijval:

NounRelated TranslationsOther Translations
adhesión bijval; instemming
aprobación bijval; instemming akkoord; autorisatie; bekrachtiging; content; fiat; genoegen; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; goedvinden; halen; instemmen met; instemming; machtiging; permissie; ratificering; sanctie; tevredenheid; toelating; toestemming; volmacht; vrijbrief; welbevinden
asentimiento bijval; instemming inklinking; inklinking van bout; instemmen met; klink

Related Words for "bijval":


Wiktionary Translations for bijval:


Cross Translation:
FromToVia
bijval agrado agrémentaction d’agréer.