Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. deurslot:


Dutch

Detailed Translations for deurslot from Dutch to Spanish

deurslot:

deurslot [de ~] noun

  1. de deurslot (slot)
    la cerraja; la fortaleza; la cerradura; el fuerte; el fin; el castillo; la ciudadela

Translation Matrix for deurslot:

NounRelated TranslationsOther Translations
castillo deurslot; slot burcht; citadel; fietsslot; fort; geheel van sluizen; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sluiswerken; sterkte; versterkte legerplaats
cerradura deurslot; slot afsluiting; citadel; conclusie; dichtmaken; fietsslot; het afsluiten; kasteel; knip; knipslot; knipsluiting; ridderkasteel; ridderslot; slot; slotbeschouwing; sluiting; sluitingen
cerraja deurslot; slot
ciudadela deurslot; slot burcht; citadel; fietsslot; fort; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterkte; versterkte legerplaats
fin deurslot; slot beëindiging; citadel; conclusie; crypte; doel; doeleinde; doelschijf; doelstelling; einde; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; graf; grafplaats; intentie; inzet; kasteel; meet; moedwil; onderaardse gang; oogmerk; ridderkasteel; ridderslot; rustplaats; slot; slotbeschouwing; sluiting; streven; toeleg; uiteinde; volbrenging; voltooiing; voornemen
fortaleza deurslot; slot aandrijving; bastion; bolwerk; burcht; citadel; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; fort; kasteel; kracht; krachtdadigheid; macht; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterkte; stuwkracht; vermogen; versterkte plaats; voortstuwing
fuerte deurslot; slot citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; sterke kant; sterke zijde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fuerte bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; doordringend; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; hardop; heldhaftig; heroïsch; hoog; indringend; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd

Related Words for "deurslot":

  • deursloten