Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gepensioneerde:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gepensioneerde from Dutch to Spanish

gepensioneerde:

gepensioneerde [de ~] noun

  1. de gepensioneerde (vijfenzestigplusser; AOWer)
    el pensionista; el jubilado; el retirado; el anciano; la anciana
  2. de gepensioneerde

Translation Matrix for gepensioneerde:

NounRelated TranslationsOther Translations
anciana AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser
anciano AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser 65-plusser; AOWer; bejaarde; grijsaard; grijskop; oudere; ouderling; ouwe
jubilado AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser
pensionista AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser kostganger; kostgangster; pensiongast; pensiongaste
retirado AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser
OtherRelated TranslationsOther Translations
persona jubilada gepensioneerde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anciano bejaard; hoogbejaard; oud; oudere; ouwelijk; stokoud; zeer oud
jubilado gepensioneerd; gewezen; met emeritaat; rustend
retirado eenkennig; eenzelvig; ingetrokken; introvert; mensenschuw; teruggetrokken; uitgelopen; uitgelopen van vergadering; uitgetreden

Wiktionary Translations for gepensioneerde:


Cross Translation:
FromToVia
gepensioneerde pensionista pensioner — someone who lives on a pension