Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hunkeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hunkeren from Dutch to Spanish

hunkeren:

hunkeren verb (hunker, hunkert, hunkerde, hunkerden, gehunkerd)

  1. hunkeren (sterk verlangen)

Conjugations for hunkeren:

o.t.t.
  1. hunker
  2. hunkert
  3. hunkert
  4. hunkeren
  5. hunkeren
  6. hunkeren
o.v.t.
  1. hunkerde
  2. hunkerde
  3. hunkerde
  4. hunkerden
  5. hunkerden
  6. hunkerden
v.t.t.
  1. heb gehunkerd
  2. hebt gehunkerd
  3. heeft gehunkerd
  4. hebben gehunkerd
  5. hebben gehunkerd
  6. hebben gehunkerd
v.v.t.
  1. had gehunkerd
  2. had gehunkerd
  3. had gehunkerd
  4. hadden gehunkerd
  5. hadden gehunkerd
  6. hadden gehunkerd
o.t.t.t.
  1. zal hunkeren
  2. zult hunkeren
  3. zal hunkeren
  4. zullen hunkeren
  5. zullen hunkeren
  6. zullen hunkeren
o.v.t.t.
  1. zou hunkeren
  2. zou hunkeren
  3. zou hunkeren
  4. zouden hunkeren
  5. zouden hunkeren
  6. zouden hunkeren
diversen
  1. hunker!
  2. hunkert!
  3. gehunkerd
  4. hunkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hunkeren [znw.] noun

  1. hunkeren (verlangen; smachten)
    la ansia

Translation Matrix for hunkeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
ansia hunkeren; smachten; verlangen aandrang; aandrift; begeerte; begeren; drang; drift; heftig verlangen; hevig verlangen; impuls; lust; neiging; smachten; verlangen; wens; wensen; zucht
VerbRelated TranslationsOther Translations
anhelar hunkeren; sterk verlangen een sterke begeerte hebben naar; haken; hijgen; hongeren naar; kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; zwaar ademhalen
suspirar por hunkeren; sterk verlangen begeren; verlangen

Wiktionary Translations for hunkeren:


Cross Translation:
FromToVia
hunkeren codiciar; desear covet — to wish for with eagerness
hunkeren suspirar; anhelar; añorar soupirerpousser des soupirs.