Dutch

Detailed Translations for kinderspel from Dutch to Spanish

kinderspel:

kinderspel [het ~] noun

  1. het kinderspel (gespeel)
    el juego; la manera de tocar; la baraja; el juego de suerte; el trabajo; la actuación; la ejecución; el juego de azar; el jugueteo
  2. het kinderspel

Translation Matrix for kinderspel:

NounRelated TranslationsOther Translations
actuación gespeel; kinderspel geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; spel
baraja gespeel; kinderspel kaartspel; spel; stapel
ejecución gespeel; kinderspel declamatie; declamering; executie; lezing; spel; spreekbeurt; tenuitvoerlegging; uitvoeren; uitvoering; versvoordracht; volbrengen; voltrekking; voordracht
juego gespeel; kinderspel beurt; game; gegok; gesol; rondje; spel; spelletje
juego de azar gespeel; kinderspel gegok; geluksspel; gokspel; kansspel; spel
juego de niños kinderspel
juego de suerte gespeel; kinderspel gegok; geluksspel; gokspel; kansspel; spel
jugueteo gespeel; kinderspel gedonderjaag; geravot; gesol; gestoei; spel; stoeierij; stoeipartij; stoeiziekheid
manera de tocar gespeel; kinderspel
trabajo gespeel; kinderspel ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; beroep; bezigheid; broodwinning; dienstbetrekking; functie; grote daad; hobby; inspanning; job; karwei; kostwinning; loonarbeid; loonwerk; métier; positie; prestatie; stiel; taak; vak; verrichting; werk; werkzaamheid

Related Words for "kinderspel":

  • kinderspelen

Wiktionary Translations for kinderspel:


Cross Translation:
FromToVia
kinderspel pan comido; juego de niños; papa ↔ child's play — something particularly simple or easy