Dutch

Detailed Translations for onechtheid from Dutch to Spanish

onechtheid:

onechtheid [de ~ (v)] noun

  1. de onechtheid (valsheid)
    la disimulo; el engaño; la traición; la falsedad; la impostura; el embuste; la superchería; el amaneramiento; la mendacidad; la falsía

Translation Matrix for onechtheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
amaneramiento onechtheid; valsheid geaffecteerdheid; gewildheid; gezochtheid
disimulo onechtheid; valsheid geaffekteerdheid; geheim; gekunsteldheid; gemaaktheid; heimelijkheid; stiekemheid; verbloeming; verborgenheid; verheimelijking; verholenheid
embuste onechtheid; valsheid bedriegerij; bedrog; gejok; gelieg; knoeierij; leugen; leugenarij; misleiding; nep; onwaarheid; oplichterij; zwendel; zwendelarij
engaño onechtheid; valsheid bedriegerij; bedrog; fopperij; geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; gezwendel; knoeierij; leugen; leugenarij; misleiding; nep; onwaarheid; oplichterij; oplichting; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
falsedad onechtheid; valsheid bedrog; doortraptheid; geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; gewiekstheid; gladheid; huichelarij; hypocrisie; leugen; leugenachtigheid; listigheid; misleiding; onnatuurlijkheid; onoprechtheid; onwaarheid; oplichterij; sluwheid; snoodheid; verraderlijkheid; zwendel
falsía onechtheid; valsheid doortraptheid; geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; gewiekstheid; gladheid; leugenachtigheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
impostura onechtheid; valsheid bedrog; geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; leugen; onwaarheid
mendacidad onechtheid; valsheid leugenachtigheid
superchería onechtheid; valsheid bedriegerij; bedrog; leugen; leugenarij; onwaarheid
traición onechtheid; valsheid felonie; trouweloosheid; verraad
ModifierRelated TranslationsOther Translations
disimulo geniepig

Related Words for "onechtheid":


onecht:


Translation Matrix for onecht:

NounRelated TranslationsOther Translations
falso verkeerde
malo gemenerik
vil dief; ladelichter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desdeñoso bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aanmatigend; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laag; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; vanuit de hoogte; verachtelijk; verlagend; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
falsamente bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; argwaan opwekkend; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; kwaadwillig; leep; listig; met slechte intentie; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; ten onrechte; tweetongig; uitgekookt; vals; valselijk; verdacht
falsificado bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; geïmiteerd; gluiperig; kwaadwillig; leep; listig; met slechte intentie; nagebootst; nagemaakt; nep; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; vervalst
falso bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; arglistig; argwaan opwekkend; bits; boefachtig; boosaardig; doortrapt; duister; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; gedwongen; geforceerd; gehaaid; gemaakt; gemaakte gevoelens; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; huichelachtig; in het geniep; kattig; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; leugenachtig; link; listig; louche; met slechte intentie; min; mis; nep; niet echt; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbetrouwbaar; ongebruikt; ongeopend; onguur; onjuist; onnatuurlijk; onoprecht; onwaar; onwaarachtig; pinnig; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; spinnig; stiekem; ten onrechte; tweetongig; uitgekookt; vals; verdacht; verkeerd; vervalst
fingido bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aangenomen; bedacht; denkbeeldig; fictief; gedwongen; gefabriceerd; gefingeerd; geforceerd; gehuicheld; geveinsd; huichelachtig; onoprecht; onvrijwillig; uit de duim gezogen; verdicht; verplicht; verzonnen
fuera de tono bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals
malo bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aan een ziekte lijdend; achterbaks; akelig; banaal; bedorven; beroerd; boefachtig; boos; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; ellendig; erg; ernstig; furieus; gangbaar; gebruikelijk; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewoon; gluiperig; grof; in het geniep; kwaad; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; naar; nijdig; normaal; onaardig; onedel; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend; plat; platvloers; ploertig; razend; rot; rottig; satanisch; schunnig; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; spinnijdig; stiekem; toornig; triviaal; uitgekookt; vals; van bedenkelijke aard; vergaan; verrot; vertoornd; vunzig; week; woest; ziedend; ziek; zwak
mezquino bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals armzalig; bekrompen; benepen; gemeen; karig; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinhartig; kleinzielig; kneuterig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; mager; matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; onedel; onedelmoedig; pover; schamel; schraal; zwak; zwakjes
vil bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aan lager wal; amoreel; crimineel; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; immoreel; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; min; misdadig; normaal; obsceen; onedel; onzedelijk; onzedig; ploerterig; ploertig; schandalig; schuin; slecht; smeerachtig; smiechterig; snood; vals; verfoeilijk; verlopen; vies; vunzig; zedeloos
vilmente bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; normaal; onedel; ploertig

Related Words for "onecht":


Wiktionary Translations for onecht:


Cross Translation:
FromToVia
onecht postizo false — spurious, artificial
onecht falso phony — fraudulent; fake
onecht amanerado maniéré — Qui se fait remarquer par l’affectation de son maintien, de ses manières.