Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. reisleidster:


Dutch

Detailed Translations for reisleidster from Dutch to Spanish

reisleidster:

reisleidster [de ~ (v)] noun

  1. de reisleidster (reisleider; gids; reisgids)
    el guía; la guía de viaje; el directorio; el manual

Translation Matrix for reisleidster:

NounRelated TranslationsOther Translations
directorio gids; reisgids; reisleider; reisleidster adresboek; adresgids; map
guía gids; reisgids; reisleider; reisleidster aanwijzingen; begeleider; begeleidster; bevorderaar; dienstregeling; gebruiksaanwijzing; gids; handboek; handleiding; hopman; informatieboek; instructies; leidraad; leidsman; loods; opleidster; promotor; reisbegeleider; reisboek; reisgids; reiswijzer; rondleider; sponning; spoorboekje; tijdschema; wegwijzer
guía de viaje gids; reisgids; reisleider; reisleidster
manual gids; reisgids; reisleider; reisleidster aanwijzingen; beknopte handleiding; gebruiksaanwijzing; gids; handboek; handleiding; instructies; leesboek; leidraad; uitleg
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
manual handmatig; manuaal; met de hand
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
guía hulplijn

Related Words for "reisleidster":

  • reisleidsters