Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. toespeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toespeling from Dutch to Spanish

toespeling:

toespeling [de ~ (v)] noun

  1. de toespeling (insinuatie; aantijging; zijdelingse verdachtmaking)
    la insinuación; la alusión
  2. de toespeling (verwijzing)
    la alusión; la referencia; el registro; la insinuación; la mención

Translation Matrix for toespeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
alusión aantijging; insinuatie; toespeling; verwijzing; zijdelingse verdachtmaking
insinuación aantijging; insinuatie; toespeling; verwijzing; zijdelingse verdachtmaking verdachtmaking
mención toespeling; verwijzing aangifte; aankondiging; bericht; bevestiging; bewering; declaratie; het uitspreken; mededeling; melding; opheldering; ruchtbaarheid; statement; toelichting; uiting; uitlegging; uitspraak; verklaring
referencia toespeling; verwijzing aanbeveling; aankondiging; aanprijzing; bericht; getuigschrift; handelsreferentie; het uitspreken; kamprechter; melding; recommandatie; referentie; scheidsman; scheidsrechter; uiting; uitspraak; verwijsbrief; verwijsbriefje; verwijzing
registro toespeling; verwijzing boeking; doorzoeking; fouilleren; fouillering; hoofdboek; index; inhoud; inhoudsopgave; inschrijving; klapper; lijst; logboek; logboekregistratie; map; record; register; registratie; ruchtbaarheid; schrijfmap; tabel; tafel; telefoonklapper

Related Words for "toespeling":

  • toespelingen

Wiktionary Translations for toespeling:


Cross Translation:
FromToVia
toespeling alusión allusion — indirect reference, hint