Dutch

Detailed Translations for toewijzen from Dutch to Spanish

toewijzen:

Conjugations for toewijzen:

o.t.t.
  1. wijs toe
  2. wijst toe
  3. wijst toe
  4. wijzen toe
  5. wijzen toe
  6. wijzen toe
o.v.t.
  1. wees toe
  2. wees toe
  3. wees toe
  4. wezen toe
  5. wezen toe
  6. wezen toe
v.t.t.
  1. heb toegewezen
  2. hebt toegewezen
  3. heeft toegewezen
  4. hebben toegewezen
  5. hebben toegewezen
  6. hebben toegewezen
v.v.t.
  1. had toegewezen
  2. had toegewezen
  3. had toegewezen
  4. hadden toegewezen
  5. hadden toegewezen
  6. hadden toegewezen
o.t.t.t.
  1. zal toewijzen
  2. zult toewijzen
  3. zal toewijzen
  4. zullen toewijzen
  5. zullen toewijzen
  6. zullen toewijzen
o.v.t.t.
  1. zou toewijzen
  2. zou toewijzen
  3. zou toewijzen
  4. zouden toewijzen
  5. zouden toewijzen
  6. zouden toewijzen
en verder
  1. ben toegewezen
  2. bent toegewezen
  3. is toegewezen
  4. zijn toegewezen
  5. zijn toegewezen
  6. zijn toegewezen
diversen
  1. wijs toe!
  2. wijst toe!
  3. toegewezen
  4. toewijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toewijzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
aprender bekwamen; blokken; leren; studeren
ceder uitrekken
pagar boeten
saber handigheid; kneep; kunde; kundigheid; kunst; toer; truc
VerbRelated TranslationsOther Translations
acceder gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aankomen; afgeven; akkoord gaan; arriveren; beamen; betreden; bevestigen; bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; doordringen; erbij voegen; erop achteruitgaan; geld inleveren; goed vinden; ingaan; inleveren; instemmen; invoegen; onderschrijven; ondervragen; overgaan op nieuwe rijbaan; overhandigen; overhoren; penetreren; staven; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toevoegen; uithoren; uitvragen; verhoren
acceder a gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen akkoord gaan; gunnen; gunst verlenen; instemmen; inwilligen; ondervragen; overhoren; toestaan; uithoren; uitvragen; vergunnen; verhoren
admitir gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen afrekenen; beamen; bekennen; belonen; betalen; bevestigen; bezoldigen; billijken; binnen laten; binnenlaten; dokken; dulden; gedogen; goedkeuren; gunnen; gunst verlenen; honoreren; iets als lof zeggen; inlaten; inwilligen; laten; naarbinnen laten; nageven; onderschrijven; permitteren; salariëren; staven; toegang verschaffen; toekennen; toelaten; toestaan; tolereren; vergunnen; verlenen
aprender gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aanleren; blokken; eigen maken; horen; iets leren; instuderen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meepikken; ondervragen; onderwijzen; oppikken; opsteken; overhoren; studeren; te horen krijgen; uithoren; uitvragen; verhoren; vernemen; verwerven
asignar toewijzen loskrijgen; losmaken; lostornen; tornen; uithalen; uittrekken; wijzen naar
atender a gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aandachtig luisteren; behandelen; gehoorzamen; luisteren; ondervragen; opletten; overhoren; toeluisteren; uithoren; uitvragen; verhoren; verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
atribuir gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aanrekenen; toeschrijven
ceder gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aan een ander overlaten; afgeven; afleggen; afstaan; afstand doen; afzien; bezwijken; doorschuiven; erop achteruitgaan; geld inleveren; het onderspit delven; inleveren; opspannen; overgeven; overhandigen; rekken; spannen; tenondergaan; uitstrekken; vlieden; vluchten; wegvluchten; wijken
cumplir con gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen bedekken; bekleden; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; naleven; ondervragen; overhoren; overtrekken; toestaan; uithoren; uitvragen; vergunnen; verhoren
dar gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; binnen gieten; cadeau doen; cadeau geven; distribueren; doneren; draaien; geven; gunnen; gunst verlenen; iemand iets toedienen; ingeven; meegeven; meesturen; meezenden; ondervragen; overgeven; overhandigen; overhoren; ronddelen; schenken; toebrengen; toesteken; uithoren; uitkeren; uitreiken; uitvragen; verdelen; verhoren; verlenen; verschaffen; verstrekken; wenden; zwenken
deber de ser gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren
dividir en lotes gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
encuestar gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren
entrevistar gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen een interview houden; interviewen
extender gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen afsteken; distribueren; eruit springen; expanderen; in het oog lopen; openen; opvallen; ronddelen; spreiden; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitreiken; uitsmeren; uitspringen; uitsteken; verbreiden; verdelen; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden
invitar a salir a una gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
pagar gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen afbetalen; afrekenen; bekostigen; belonen; besteden; betalen; bezoldigen; boeten; deponeren; dokken; geld overmaken; gieten; honoreren; lonen; neerleggen; onderuit halen; ophoesten; overboeken; overschrijven; overzenden; salariëren; schenken; spenderen; storten; uitbetalen; uitgeven; uitkeren; uitstorten; vereffenen; verrekenen; voldoen; voor de dag komen met
permitir gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aanleunen; aanvaarden; accepteren; akkoord gaan; autoriseren; goed vinden; in staat stellen; instemmen; laten; mogelijk maken; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen; veroorloven; voor lief nemen; welgevallen; zich laten gevallen; zich laten welgevallen
preguntar la lección gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
prestar atención a gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aandachtig luisteren; opletten; toeluisteren
reconocer gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen afgeven; aftasten; beamen; beseffen; bevestigen; controleren; doorvorsen; doorzien; een mening aanhangen; een mening zijn toegedaan; examineren; herkennen; hernieuwen; identificeren; iets als lof zeggen; inleveren; inspecteren; inzien; keuren; nageven; nieuw leven inblazen; onderkennen; onderschrijven; ondervragen; onderzoeken; overhandigen; overhoren; realiseren; restaureren; schouwen; staven; uithoren; uitvragen; vereenzelvigen; verhoren; verkennen
repartir gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aanleveren; afleveren; arrangeren; bestellen; bezorgen; brengen; delen; distribueren; groeperen; indelen; leveren; opdelen; opsplitsen; ordenen; orderen; overhandigen; rondbrengen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; splitsen; systematiseren; thuisbezorgen; toeleveren; trakteren; uitdelen; uitreiken; verdelen; versturen; zenden; zich splitsen
repasar la lección gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
saber gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen in staat zijn; kennen; kunnen; ondervragen; op de hoogte zijn; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren; vermogen; weten
ser de gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen behoren; behoren bij; behoren tot; ondervragen; overhoren; thuishoren; toebehoren; toebehoren aan; uithoren; uitvragen; verhoren; zijn van

Related Definitions for "toewijzen":

  1. bepalen dat zij het krijgt1
    • het kind werd aan de moeder toegewezen1

Wiktionary Translations for toewijzen:

toewijzen
verb
  1. goederen of fondsen een bestemming geven

Cross Translation:
FromToVia
toewijzen designar appropriate — To set apart for
toewijzen asignar assign — to allot or give something as a task
toewijzen elenco cast — to assign a role in a play or performance
toewijzen presentar present — give (someone) as gift or award
toewijzen asignar zuordnen — für ein beliebiges Objekt feststellen, welchen Platz es in einer Ordnung einnimmt
toewijzen adjudicar adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère.
toewijzen asignar assignerdéterminer, faire connaître.