Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. volplempen:


Dutch

Detailed Translations for volplempen from Dutch to Spanish

volplempen:

volplempen verb

  1. volplempen (volstorten; vullen; volmaken)

volplempen [znw.] noun

  1. volplempen
    el llenar

Translation Matrix for volplempen:

NounRelated TranslationsOther Translations
llenar volplempen aanplempen; aanvullen; volstorten; volstorting
VerbRelated TranslationsOther Translations
llenar volmaken; volplempen; volstorten; vullen beslaan; bijschenken; bijtanken; bijvullen; farceren; opvullen; plomberen; ruimte innemen; volgieten; volgooien; volschenken; volzetten; vullen
rellenar volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijschenken; bijtanken; bijvullen; dichtgooien; farceren; invullen; ophogen; opvullen; plomberen; volgieten; volgooien; vullen