Summary
Dutch
Detailed Translations for natrekken from Dutch to French
natrekken:
-
natrekken (checken; verifiëren; nagaan)
vérifier; examiner; contrôler-
vérifier verb (vérifie, vérifies, vérifions, vérifiez, vérifient, vérifiais, vérifiait, vérifiions, vérifiiez, vérifiaient, vérifiai, vérifias, vérifia, vérifiâmes, vérifiâtes, vérifièrent, vérifierai, vérifieras, vérifiera, vérifierons, vérifierez, vérifieront)
-
examiner verb (examine, examines, examinons, examinez, examinent, examinais, examinait, examinions, examiniez, examinaient, examinai, examinas, examina, examinâmes, examinâtes, examinèrent, examinerai, examineras, examinera, examinerons, examinerez, examineront)
-
contrôler verb (contrôle, contrôles, contrôlons, contrôlez, contrôlent, contrôlais, contrôlait, contrôlions, contrôliez, contrôlaient, contrôlai, contrôlas, contrôla, contrôlâmes, contrôlâtes, contrôlèrent, contrôlerai, contrôleras, contrôlera, contrôlerons, contrôlerez, contrôleront)
-
Conjugations for natrekken:
o.t.t.
- trek na
- trekt na
- trekt na
- trekken na
- trekken na
- trekken na
o.v.t.
- trok na
- trok na
- trok na
- trokken na
- trokken na
- trokken na
v.t.t.
- heb nagetrokken
- hebt nagetrokken
- heeft nagetrokken
- hebben nagetrokken
- hebben nagetrokken
- hebben nagetrokken
v.v.t.
- had nagetrokken
- had nagetrokken
- had nagetrokken
- hadden nagetrokken
- hadden nagetrokken
- hadden nagetrokken
o.t.t.t.
- zal natrekken
- zult natrekken
- zal natrekken
- zullen natrekken
- zullen natrekken
- zullen natrekken
o.v.t.t.
- zou natrekken
- zou natrekken
- zou natrekken
- zouden natrekken
- zouden natrekken
- zouden natrekken
en verder
- ben nagetrokken
- bent nagetrokken
- is nagetrokken
- zijn nagetrokken
- zijn nagetrokken
- zijn nagetrokken
diversen
- trek na!
- trekt na!
- nagetrokken
- natrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze