Summary


Dutch

Detailed Translations for dreigend from Dutch to French

dreigend:


Translation Matrix for dreigend:

NounRelated TranslationsOther Translations
sinistre catastrofe; ramp; schadegeval
ModifierRelated TranslationsOther Translations
angoissant dreigend; eng akelig; angstaanjagend; angstwekkend; beangstigend; eng; geducht; gevaarlijk; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; sinister; vervaarlijk; vreesaanjagend; vreeswekkend
de façon sinistre dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; eng; griezelig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; sinister
effrayant dreigend; eng angstaanjagend; angstwekkend; beangstigend; bliksems; eng; geducht; gevaarlijk; godgeklaagd; hemeltergend; ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; vervaarlijk; vreeswekkend; vreselijk; zeer ergerlijk
funeste dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister desastreus; ellendig; funest; heilloos; noodlottig; ongelukkig; rampspoedig; rampzalig; vol tegenslag; zeer slecht
horrible dreigend; eng afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afzichtelijk; angstaanjagend; angstwekkend; foeilelijk; geducht; gevaarlijk; gruwelijk; monsterlijk; oerlelijk; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vervaarlijk; vreeswekkend; vreselijk
lugubre dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; beangstigend; donker; droefgeestig; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; luguber; macaber; melancholisch; naar; naargeestig; obscuur; onguur; sinister; somber; spookachtig; verdacht
menaçant dreigend; eng afkerig van; bedreigend; gevaarlijk; vijandelijk; vijandig
obscur dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister boosaardig; complex; cryptisch; donker; dubieus; duister; gecompliceerd; geestelijk verward; geheimzinnig; glibberig; in de war; ingewikkeld; louche; mysterieus; obscuur; onbetrouwbaar; ondersteboven; onduidelijk; onguur; onoverzichtelijk; onthutst; onverlicht; raadselachtig; verdacht; verward; wollig
obscurément dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister donker; dubieus; duister; glibberig; louche; obscuur; onbetrouwbaar; onguur; onoverzichtelijk; onverlicht; verdacht
précaire dreigend; eng delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; los; netelig; onvast; penibel; precair; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
précairement dreigend; eng delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
qui donne le frisson dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; angstaanjagend; beangstigend; eng; griezelig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; sinister
sinistre dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; beangstigend; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; luguber; macaber; naargeestig; obscuur; onguur; sinister; somber; spookachtig; triest; troosteloos; verdacht; zwaarmoedig
terrifiant dreigend; eng angstaanjagend; angstwekkend; barbaars; beangstigend; beestachtig; bruut; eng; geducht; gevaarlijk; griezelig; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vervaarlijk; vreesaanjagend; vreeswekkend; vreselijk; wreed

Wiktionary Translations for dreigend:

dreigend
adjective
  1. finance|fr Désigne une mesure destinée à faire pression sur un débiteur, mais qui n’est pas définitif et est susceptible d’réviser après un certain laps de temps.

Cross Translation:
FromToVia
dreigend imminent imminent — about to happen, occur, or take place very soon

dreigen:

dreigen verb (dreig, dreigt, dreigde, dreigden, gedreigd)

  1. dreigen
    menacer
    • menacer verb (menace, menaces, menaçons, menacez, )

Conjugations for dreigen:

o.t.t.
  1. dreig
  2. dreigt
  3. dreigt
  4. dreigen
  5. dreigen
  6. dreigen
o.v.t.
  1. dreigde
  2. dreigde
  3. dreigde
  4. dreigden
  5. dreigden
  6. dreigden
v.t.t.
  1. heb gedreigd
  2. hebt gedreigd
  3. heeft gedreigd
  4. hebben gedreigd
  5. hebben gedreigd
  6. hebben gedreigd
v.v.t.
  1. had gedreigd
  2. had gedreigd
  3. had gedreigd
  4. hadden gedreigd
  5. hadden gedreigd
  6. hadden gedreigd
o.t.t.t.
  1. zal dreigen
  2. zult dreigen
  3. zal dreigen
  4. zullen dreigen
  5. zullen dreigen
  6. zullen dreigen
o.v.t.t.
  1. zou dreigen
  2. zou dreigen
  3. zou dreigen
  4. zouden dreigen
  5. zouden dreigen
  6. zouden dreigen
diversen
  1. dreig!
  2. dreigt!
  3. gedreigd
  4. dreigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dreigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
menacer dreigen bedreigen

Related Definitions for "dreigen":

  1. hem bang maken1
    • de inbreker dreigde met een mes1
  2. het gebeurt bijna1
    • het dreigt te gaan regenen1

Wiktionary Translations for dreigen:

dreigen
verb
  1. een bestraffende handeling in het vooruitzicht stellen
dreigen
Cross Translation:
FromToVia
dreigen menacer threaten — to make a threat against someone; to use threats