Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. smijten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for smijten from Dutch to French

smijten:

smijten verb (smijt, smeet, smeten, gesmeten)

  1. smijten
    jeter; lancer
    • jeter verb (jette, jettes, jetons, jetez, )
    • lancer verb (lance, lances, lançons, lancez, )

Conjugations for smijten:

o.t.t.
  1. smijt
  2. smijt
  3. smijt
  4. smijten
  5. smijten
  6. smijten
o.v.t.
  1. smeet
  2. smeet
  3. smeet
  4. smeten
  5. smeten
  6. smeten
v.t.t.
  1. heb gesmeten
  2. hebt gesmeten
  3. heeft gesmeten
  4. hebben gesmeten
  5. hebben gesmeten
  6. hebben gesmeten
v.v.t.
  1. had gesmeten
  2. had gesmeten
  3. had gesmeten
  4. hadden gesmeten
  5. hadden gesmeten
  6. hadden gesmeten
o.t.t.t.
  1. zal smijten
  2. zult smijten
  3. zal smijten
  4. zullen smijten
  5. zullen smijten
  6. zullen smijten
o.v.t.t.
  1. zou smijten
  2. zou smijten
  3. zou smijten
  4. zouden smijten
  5. zouden smijten
  6. zouden smijten
en verder
  1. ben gesmeten
  2. bent gesmeten
  3. is gesmeten
  4. zijn gesmeten
  5. zijn gesmeten
  6. zijn gesmeten
diversen
  1. smijt!
  2. smijtt!
  3. gesmeten
  4. smijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for smijten:

NounRelated TranslationsOther Translations
lancer omhoog werpen; opwerpen
VerbRelated TranslationsOther Translations
jeter smijten afdanken; afsmijten; afwerpen; ecarteren; eraf schoppen; gooien; kogelen; losgooien; loswerpen; naar beneden gooien; naar beneden werpen; neergooien; neerwerpen; omlaag werpen; omlaagwerpen; op de grond gooien; slingeren; toewerpen; verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen; weggooien; wegsmijten
lancer smijten aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; aanvoeren; afsmijten; afwerpen; arrangeren; beginnen; bouwen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; iets op touw zetten; ingooien; inluiden; introduceren; keilen; kennis laten maken; kogelen; lanceren; laten opstijgen; naar beneden gooien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neergooien; neerwerpen; omhooggooien; omhoogwerpen; omlaag werpen; op de grond gooien; op de markt brengen; opbouwen; openen; opgooien; ophoesten; oplaten; opperen; opwerpen; poneren; regelen; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbrengen; uitgeven; van start gaan; voor de dag komen met; voorstellen

Wiktionary Translations for smijten:

smijten
verb
  1. hard gooien of werpen

Cross Translation:
FromToVia
smijten jeter cast — to throw forcefully
smijten lancer launch — throw, hurl, let fly, propel with force
smijten jeter; lancer throw — to cause an object to move rapidly through the air