Dutch

Detailed Translations for vervalsen from Dutch to French

vervalsen:

vervalsen verb (vervals, vervalst, vervalste, vervalsten, vervalst)

  1. vervalsen (falsificeren; namaken; kopiëren; nabootsen)
    fausser; falsifier; truquer; contrefaire; frelater; pasticher; tromper; décevoir; imiter; copier; frustrer; piper
    • fausser verb (fausse, fausses, faussons, faussez, )
    • falsifier verb (falsifie, falsifies, falsifions, falsifiez, )
    • truquer verb (truque, truques, truquons, truquez, )
    • contrefaire verb (contrefais, contrefait, contrefaisons, contrefaites, )
    • frelater verb (frelate, frelates, frelatons, frelatez, )
    • pasticher verb (pastiche, pastiches, pastichons, pastichez, )
    • tromper verb (trompe, trompes, trompons, trompez, )
    • décevoir verb (déçois, déçoit, décevons, décevez, )
    • imiter verb (imite, imites, imitons, imitez, )
    • copier verb (copie, copies, copions, copiez, )
    • frustrer verb (frustre, frustres, frustrons, frustrez, )
    • piper verb (pipe, pipes, pipons, pipez, )

Conjugations for vervalsen:

o.t.t.
  1. vervals
  2. vervalst
  3. vervalst
  4. vervalsen
  5. vervalsen
  6. vervalsen
o.v.t.
  1. vervalste
  2. vervalste
  3. vervalste
  4. vervalsten
  5. vervalsten
  6. vervalsten
v.t.t.
  1. heb vervalst
  2. hebt vervalst
  3. heeft vervalst
  4. hebben vervalst
  5. hebben vervalst
  6. hebben vervalst
v.v.t.
  1. had vervalst
  2. had vervalst
  3. had vervalst
  4. hadden vervalst
  5. hadden vervalst
  6. hadden vervalst
o.t.t.t.
  1. zal vervalsen
  2. zult vervalsen
  3. zal vervalsen
  4. zullen vervalsen
  5. zullen vervalsen
  6. zullen vervalsen
o.v.t.t.
  1. zou vervalsen
  2. zou vervalsen
  3. zou vervalsen
  4. zouden vervalsen
  5. zouden vervalsen
  6. zouden vervalsen
diversen
  1. vervals!
  2. vervalst!
  3. vervalst
  4. vervalsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vervalsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
contrefaire falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen kopiëren; nabootsen; namaken
copier falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen afkijken; dupliceren; fotokopiëren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; multipliceren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; overschrijven; overtrekken; reproduceren; spieken
décevoir falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen afknappen; afvallen; afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; benadelen; beschamen; besodemieteren; duperen; er vanaf breken; frustreren; laten zakken; misleiden; ontgoochelen; oplichten; te kort schieten; tegenvallen; teleurstellen; vertrouwen schenden; zwendelen
falsifier falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen onrechtmatig wijzigen; woorden verdraaien
fausser falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen verwringen
frelater falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
frustrer falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen afvallen; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; tegenvallen; tegenwerken; teleurstellen
imiter falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen imiteren; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; verwoorden
pasticher falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen
piper falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
tromper falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen afbakenen; afpalen; afzetten; bedonderen; bedotten; bedriegen; beduvelen; begrenzen; belazeren; beschamen; besodemieteren; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; misleiden; neppen; omlijnen; oplichten; te pakken nemen; teleurstellen; tillen; verneuken; vertrouwen schenden; voor de gek houden; vreemdgaan; zwendelen
truquer falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen

Wiktionary Translations for vervalsen:

vervalsen
verb
  1. een bedrieglijke kopie van iets waardevol maken
vervalsen
verb
  1. altérer une substance, un document, etc. dans le but de tromper en le faisant passer comme authentique.
  2. Rendre faux, déformer la réalité, la vérité ou l'exactitude de quelque chose. (Sens général).
  3. Falsifier

Cross Translation:
FromToVia
vervalsen contrefaire counterfeit — To produce something that appears to be official or valid
vervalsen déformer distort — to give false account of
vervalsen falsifier; contrefaire forge — to create a forgery of
vervalsen truquer rig — to manipulate something dishonestly
vervalsen spoofer spoof — to falsify
vervalsen fausser fälschen — in betrügerischer Absicht etwas herstellen, das wirken soll, als hätte es einen anderen Urheber

External Machine Translations: