Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aborteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aborteer from Dutch to French

aborteren:

aborteren [znw.] noun

  1. aborteren (stilhouden; stoppen)
    l'arrêter
  2. aborteren (afdrijven)
    l'avortement

Translation Matrix for aborteren:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrêter aborteren; stilhouden; stoppen
avortement aborteren; afdrijven abortus; vruchtafdrijving
VerbRelated TranslationsOther Translations
arrêter aanhouden; afhouden; aflaten; afsluiten; afzetten; arresteren; beletten; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ermee uitscheiden; ervanaf houden; gesprek beëindigen; gevangennemen; halt houden; in hechtenis nemen; inrekenen; opgeven; ophouden; oppakken; remmen; staken; stelpen; stillen; stilstaan; stilzetten; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; temporiseren; tot staan brengen; tot stilstand brengen; tot stilstand komen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitscheiden; uitzetten; vatten; vertragen; weerhouden

Wiktionary Translations for aborteren:

aborteren
verb
  1. een foetus weghalen
aborteren
verb
  1. biologie|fr mettre bas accidentellement un fœtus non viable (pour les femmes, on dit « faire une fausse couche »).

Cross Translation:
FromToVia
aborteren abandonner; interrompre; s'arrêter; échouer abort — computing: to terminate a process prior to completion