Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. achtergebleven:
  2. achterblijven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for achtergebleven from Dutch to French

achtergebleven:

achtergebleven adj

  1. achtergebleven (achterlijk)

Translation Matrix for achtergebleven:

NounRelated TranslationsOther Translations
dégénéré gedegenereerde; ontaarde; perverseling
imbécile achterlijke; dolleman; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; geschifte; hansworst; hufter; idioot; kalfskop; klojo; klootzak; krankzinnige; kwast; kwibus; leeghoofdje; minkukel; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rasidioot; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zot; zwakzinnige
ModifierRelated TranslationsOther Translations
arriéré achtergebleven; achterlijk achterstallig
attardé achtergebleven; achterlijk achterlijk; zwakzinnig
demeuré achtergebleven; achterlijk achterlijk; zwakzinnig
dégénéré achtergebleven; achterlijk bedorven; gedegenereerd; liederlijk; ontaard; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verbasterd; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
imbécile achtergebleven; achterlijk achterlijk; debiel; dement; dwaas; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; imbeciel; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onnozel; stupide; zot; zwakzinnig

Related Words for "achtergebleven":


achtergebleven form of achterblijven:

achterblijven verb (blijf achter, blijft achter, bleef achter, bleven achter, achtergebleven)

  1. achterblijven
    demeurer en arrière; rester
    • rester verb (reste, restes, restons, restez, )

Conjugations for achterblijven:

o.t.t.
  1. blijf achter
  2. blijft achter
  3. blijft achter
  4. blijven achter
  5. blijven achter
  6. blijven achter
o.v.t.
  1. bleef achter
  2. bleef achter
  3. bleef achter
  4. bleven achter
  5. bleven achter
  6. bleven achter
v.t.t.
  1. ben achtergebleven
  2. bent achtergebleven
  3. is achtergebleven
  4. zijn achtergebleven
  5. zijn achtergebleven
  6. zijn achtergebleven
v.v.t.
  1. was achtergebleven
  2. was achtergebleven
  3. was achtergebleven
  4. waren achtergebleven
  5. waren achtergebleven
  6. waren achtergebleven
o.t.t.t.
  1. zal achterblijven
  2. zult achterblijven
  3. zal achterblijven
  4. zullen achterblijven
  5. zullen achterblijven
  6. zullen achterblijven
o.v.t.t.
  1. zou achterblijven
  2. zou achterblijven
  3. zou achterblijven
  4. zouden achterblijven
  5. zouden achterblijven
  6. zouden achterblijven
diversen
  1. blijf achter!
  2. blijft achter!
  3. achtergebleven
  4. achterblijvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achterblijven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
demeurer en arrière achterblijven
rester achterblijven alleen blijven; blijven; overblijven

Related Definitions for "achterblijven":

  1. anderen niet kunnen bijhouden1
    • deze leerling blijft achter bij de rest1
  2. blijven waar je bent, niet met de anderen meegaan1
    • ze gingen allemaal op vakantie en wij bleven achter1

Wiktionary Translations for achterblijven:


Cross Translation:
FromToVia
achterblijven rester remain — to stay behind while others withdraw