Dutch

Detailed Translations for animeerde from Dutch to French

animeren:

animeren verb (animeer, animeert, animeerde, animeerden, geanimeerd)

  1. animeren (stimuleren; aanzetten; aansporen)
    animer; encourager; provoquer; stimuler; activer; inciter; inciter à; exciter; aiguiser; attiser; aiguillonner; éperonner; être l'instigateur de
    • animer verb (anime, animes, animons, animez, )
    • encourager verb (encourage, encourages, encourageons, encouragez, )
    • provoquer verb (provoque, provoques, provoquons, provoquez, )
    • stimuler verb (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • activer verb (active, actives, activons, activez, )
    • inciter verb (incite, incites, incitons, incitez, )
    • inciter à verb
    • exciter verb (excite, excites, excitons, excitez, )
    • aiguiser verb (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, )
    • attiser verb (attise, attises, attisons, attisez, )
    • aiguillonner verb (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, )
    • éperonner verb (éperonne, éperonnes, éperonnons, éperonnez, )

Conjugations for animeren:

o.t.t.
  1. animeer
  2. animeert
  3. animeert
  4. animeren
  5. animeren
  6. animeren
o.v.t.
  1. animeerde
  2. animeerde
  3. animeerde
  4. animeerden
  5. animeerden
  6. animeerden
v.t.t.
  1. heb geanimeerd
  2. hebt geanimeerd
  3. heeft geanimeerd
  4. hebben geanimeerd
  5. hebben geanimeerd
  6. hebben geanimeerd
v.v.t.
  1. had geanimeerd
  2. had geanimeerd
  3. had geanimeerd
  4. hadden geanimeerd
  5. hadden geanimeerd
  6. hadden geanimeerd
o.t.t.t.
  1. zal animeren
  2. zult animeren
  3. zal animeren
  4. zullen animeren
  5. zullen animeren
  6. zullen animeren
o.v.t.t.
  1. zou animeren
  2. zou animeren
  3. zou animeren
  4. zouden animeren
  5. zouden animeren
  6. zouden animeren
diversen
  1. animeer!
  2. animeert!
  3. geanimeerd
  4. animerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for animeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
exciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
inciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
stimuler aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
VerbRelated TranslationsOther Translations
activer aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvangen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; accelereren; activeren; beginnen; bemoedigen; bespoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; initiëren; instigeren; introduceren; kennis laten maken; motiveren; op gang brengen; opjutten; oppeppen; oppoken; opporren; opstoken; opwekken; poken; porren; prikkelen; provoceren; starten; stimuleren; stoken; toemoedigen; van start gaan; verhaasten; versnellen; voorstellen
aiguillonner aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanmoedigen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; bemoedigen; instigeren; motiveren; opdrijven; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
aiguiser aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanhalen; aanpunten; aanslijpen; aanzetten; aanzetten tot; instigeren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; scherp maken; scherpen; slijpen; stimuleren; verscherpen; wetten
animer aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten tot; activeren; bemoedigen; bezielen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; motiveren; opjutten; opleven; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; provoceren; reanimeren; stimuleren; toemoedigen; tot leven wekken; verlevendigen; wakker schudden
attiser aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; agiteren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; iets aanstoken; in beroering brengen; instigeren; omroeren; opjutten; oppoken; opporren; oprakelen; opstoken; poken; porren; prikkelen; provoceren; roeren; stimuleren; stoken; ter sprake brengen; toejuichen; toemoedigen; wakker schudden
encourager aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; aanzwiepen; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; moed inspreken; motiveren; opdrijven; oppoken; opstoken; poken; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
exciter aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; bemoedigen; bezielen; iets aanstoken; instigeren; motiveren; opfokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opporren; opruien; opstoken; opvrijen; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toejuichen; toemoedigen
inciter aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opdrijven; opfokken; ophitsen; opjutten; opkrikken; oppoken; opporren; opruien; opstoken; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
inciter à aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aandoen; aanjagen; aanleiding geven tot; aanrichten; aansporen; aanstichten; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten tot; iets aanstoken; instigeren; motiveren; ontlokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opstoken; poken; porren; provoceren; stoken; teweegbrengen; uitdagen; uitlokken; veroorzaken
provoquer aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aandoen; aanleiding geven tot; aanrichten; aanstichten; aanzetten tot; instigeren; ontlokken; ophitsen; provoceren; teweegbrengen; uitdagen; uitlokken; veroorzaken; verwekken
stimuler aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; activeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; motiveren; opdrijven; opkrikken; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
éperonner aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanzetten tot; bonken; hameren; iemand motiveren; instigeren; opjutten; porren; prikkelen; provoceren; rammen; slaan; stimuleren
être l'instigateur de aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanzetten tot; instigeren; provoceren; teweegbrengen; veroorzaken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
activer inschakelen

Wiktionary Translations for animeren:

animeren
verb
  1. opmonteren, opvrolijken
animeren

External Machine Translations: