Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beraden:


Dutch

Detailed Translations for beraden from Dutch to French

beraden:

beraden verb (beraad, beraadt, beraadde, beraadden, beraden)

  1. beraden (iets overwegen; overdenken; consideren; afwegen)
    considérer; peser; taxer; estimer; évaluer
    • considérer verb (considère, considères, considérons, considérez, )
    • peser verb (pèse, pèses, pesons, pesez, )
    • taxer verb (taxe, taxes, taxons, taxez, )
    • estimer verb (estime, estimes, estimons, estimez, )
    • évaluer verb (évalue, évalues, évaluons, évaluez, )

Conjugations for beraden:

o.t.t.
  1. beraad
  2. beraadt
  3. beraadt
  4. beraden
  5. beraden
  6. beraden
o.v.t.
  1. beraadde
  2. beraadde
  3. beraadde
  4. beraadden
  5. beraadden
  6. beraadden
v.t.t.
  1. heb beraden
  2. hebt beraden
  3. heeft beraden
  4. hebben beraden
  5. hebben beraden
  6. hebben beraden
v.v.t.
  1. had beraden
  2. had beraden
  3. had beraden
  4. hadden beraden
  5. hadden beraden
  6. hadden beraden
o.t.t.t.
  1. zal beraden
  2. zult beraden
  3. zal beraden
  4. zullen beraden
  5. zullen beraden
  6. zullen beraden
o.v.t.t.
  1. zou beraden
  2. zou beraden
  3. zou beraden
  4. zouden beraden
  5. zouden beraden
  6. zouden beraden
diversen
  1. beraad!
  2. beraadt!
  3. beraden
  4. beradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beraden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
considérer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aankijken; achten; afwegen; appreciëren; bedenken; bekijken; beraadslagen; beschouwen; bespiegelen; bezichtigen; considereren; doordenken; eerbiedigen; gadeslaan; hoogachten; hoogschatten; in overweging nemen; inleven; inspecteren; invoelen; meeleven; nadenken; op prijs stellen; overdenken; overleggen; overpeinzen; overwegen; peinzen; raad inwinnen; respecteren; toeschouwen; voelen; waarderen; zich beraden
estimer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aannemen; achten; adviseren; afwegen; appreciëren; becijferen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; calculeren; determineren; eerbiedigen; geloven; gissen; gissing maken; hoogachten; hoogschatten; iets aanraden; in acht nemen; ingeven; inschatten; ontzien; op prijs stellen; overdenken; overwegen; raden; ramen; respecteren; schatten; sparen; suggereren; taxeren; uitrekenen; uitwerken; vaststellen; verschonen; waarderen
peser afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken afwegen; beschouwen; drukken; knellen; met zorg wegen; overdenken; overwegen; uitwegen; wegen
taxer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aanslaan; adviseren; afwegen; begroten; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren
évaluer afwegen; beraden; consideren; iets overwegen; overdenken aanslaan; adviseren; afwegen; begroten; beramen; berekenen; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren

Related Translations for beraden