Summary


Dutch

Detailed Translations for betonen from Dutch to French

betonen:

betonen verb (betoon, betoont, betoonde, betoonden, betoond)

  1. betonen (beklemtonen; benadrukken)
    souligner; accentuer; insister sur
    • souligner verb (souligne, soulignes, soulignons, soulignez, )
    • accentuer verb (accentue, accentues, accentuons, accentuez, )
  2. betonen (betuigen)
    déclarer; témoigner; attester
    • déclarer verb (déclare, déclares, déclarons, déclarez, )
    • témoigner verb (témoigne, témoignes, témoignons, témoignez, )
    • attester verb (atteste, attestes, attestons, attestez, )

Conjugations for betonen:

o.t.t.
  1. betoon
  2. betoont
  3. betoont
  4. betonen
  5. betonen
  6. betonen
o.v.t.
  1. betoonde
  2. betoonde
  3. betoonde
  4. betoonden
  5. betoonden
  6. betoonden
v.t.t.
  1. heb betoond
  2. hebt betoond
  3. heeft betoond
  4. hebben betoond
  5. hebben betoond
  6. hebben betoond
v.v.t.
  1. had betoond
  2. had betoond
  3. had betoond
  4. hadden betoond
  5. hadden betoond
  6. hadden betoond
o.t.t.t.
  1. zal betonen
  2. zult betonen
  3. zal betonen
  4. zullen betonen
  5. zullen betonen
  6. zullen betonen
o.v.t.t.
  1. zou betonen
  2. zou betonen
  3. zou betonen
  4. zouden betonen
  5. zouden betonen
  6. zouden betonen
diversen
  1. betoon!
  2. betoont!
  3. betoond
  4. betonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for betonen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accentuer beklemtonen; benadrukken; betonen accentueren; benadrukken
attester betonen; betuigen aantonen; beweren; bewijzen; getuigen; pretenderen; staven; stellen; verklaren; voorgeven
déclarer betonen; betuigen aangeven; berichten; beweren; declareren; getuigen; informeren; inklaren; klaren; meedelen; melden; noteren; opschrijven; pretenderen; rapporteren; stellen; verklaren; verslag uitbrengen; voorgeven; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
insister sur beklemtonen; benadrukken; betonen blijven herhalen; hameren; inhameren; instampen
souligner beklemtonen; benadrukken; betonen aandikken; accentueren; benadrukken; onderstrepen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
témoigner betonen; betuigen beweren; getuigen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven