Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. browsen:


Dutch

Detailed Translations for browsen from Dutch to French

browsen:

browsen verb

  1. browsen (zoeken; bladeren)
    parcourir; rechercher
    • parcourir verb (parcours, parcourt, parcourons, parcourez, )
    • rechercher verb (recherche, recherches, recherchons, recherchez, )

Translation Matrix for browsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
parcourir bladeren; browsen; zoeken afleggen; bereizen; bladeren; controleren; doorbladeren; doorheen reizen; doorreizen; doorvliegen; examineren; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; meters maken; reizen; reizen door; rondreizen; schouwen; trekken; zwerven
rechercher bladeren; browsen; zoeken afzoeken; azen; controleren; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; onderzoeken; op zoek zijn naar; prooizoeken; vinden; zien te vinden; zoeken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rechercher zoeken