Summary


Dutch

Detailed Translations for curator from Dutch to French

curator:

curator [de ~ (m)] noun

  1. de curator (voogd)
    le curateur; le tuteur
  2. de curator (boedelredder)
    le curateur; le gérant; le syndic; l'exécuteur

Translation Matrix for curator:

NounRelated TranslationsOther Translations
curateur boedelredder; curator; voogd administrateur; beheerder; boekhouder; gezinsvoogd; intendant; referendaris; voogd
exécuteur boedelredder; curator beul; scherprechter; volbrenger; voltooier
gérant boedelredder; curator aanvoerder; administrateur; bedrijfsleider; beheerder; bestuurder; bevelhebber; boekhouder; commandant; gouverneur; intendant; kapitein; kopstuk; landvoogd; manager; referendaris; regent; rijksbestuurder; stadhouder; voorzitter; zaakwaarnemer; zetbaas
syndic boedelredder; curator gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
tuteur curator; voogd begeleider; bevorderaar; docent; gezinsvoogd; gids; instructeur; leermeester; leraar; mentor; promotor; reisbegeleider; voogd

Related Words for "curator":

  • curatoren, curators

Wiktionary Translations for curator:


Cross Translation:
FromToVia
curator curateur; chargé de pouvoirs; mandataire fiduciary — trustee
curator conservateur; conservatrice Kustos — wissenschaftlicher Betreuer einer Sammlung oder eines Museums