Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. executeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for executeert from Dutch to French

executeren:

executeren verb (executeer, executeert, executeerde, executeerden, geëxecuteerd)

  1. executeren (doodvonnis uitvoeren; vermoorden; doodschieten; om het leven brengen; ombrengen)
    exécuter; assassiner; tuer; fusiller; égorger; descendre; abattre
    • exécuter verb (exécute, exécutes, exécutons, exécutez, )
    • assassiner verb (assassine, assassines, assassinons, assassinez, )
    • tuer verb (tue, tues, tuons, tuez, )
    • fusiller verb (fusille, fusilles, fusillons, fusillez, )
    • égorger verb (égorge, égorges, égorgeons, égorgez, )
    • descendre verb (descends, descend, descendons, descendez, )
    • abattre verb (abbats, abbat, abbattons, abbattez, )
  2. executeren (ter dood brengen; terechtstellen)
    exécuter; mettre à mort
    • exécuter verb (exécute, exécutes, exécutons, exécutez, )

Conjugations for executeren:

o.t.t.
  1. executeer
  2. executeert
  3. executeert
  4. executeren
  5. executeren
  6. executeren
o.v.t.
  1. executeerde
  2. executeerde
  3. executeerde
  4. executeerden
  5. executeerden
  6. executeerden
v.t.t.
  1. heb geëxecuteerd
  2. hebt geëxecuteerd
  3. heeft geëxecuteerd
  4. hebben geëxecuteerd
  5. hebben geëxecuteerd
  6. hebben geëxecuteerd
v.v.t.
  1. had geëxecuteerd
  2. had geëxecuteerd
  3. had geëxecuteerd
  4. hadden geëxecuteerd
  5. hadden geëxecuteerd
  6. hadden geëxecuteerd
o.t.t.t.
  1. zal executeren
  2. zult executeren
  3. zal executeren
  4. zullen executeren
  5. zullen executeren
  6. zullen executeren
o.v.t.t.
  1. zou executeren
  2. zou executeren
  3. zou executeren
  4. zouden executeren
  5. zouden executeren
  6. zouden executeren
en verder
  1. ben geëxecuteerd
  2. bent geëxecuteerd
  3. is geëxecuteerd
  4. zijn geëxecuteerd
  5. zijn geëxecuteerd
  6. zijn geëxecuteerd
diversen
  1. executeer!
  2. executeert!
  3. geëxecuteerd
  4. executerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for executeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abattre doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden aan stukken breken; afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afmaken; bomen kappen; breken; deprimeren; doden; doodmaken; doodslaan; hakken; houwen; kappen; liquideren; neerhalen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; omblazen; ombrengen; omhakken; omhouwen; omslaan; omverhalen; omverwaaien; omwaaien; onderuithalen; overhoopschieten; schieten op; slachten; slopen; stukbreken; uit elkaar halen; van kant maken; vellen; vermoorden; vloeren; wegbreken
assassiner doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afmaken; afslachten; doden; doodmaken; doodslaan; koudmaken; liquideren; moorden; om het leven brengen; ombrengen; uit de weg ruimen; van kant maken; vermoorden
descendre doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afdalen; afklimmen; afkomen; aflopen; afmaken; afrijden; afstappen; afstijgen; afzetten; dalen; doden; doodmaken; doodslaan; eraf klimmen; eraf rijden; erafklimmen; inkrimpen; kleiner worden; lager worden; landen; laten uitstappen; liquideren; naar beneden brengen; naar beneden dragen; naar beneden gaan; naar beneden klimmen; naar beneden lopen; naar beneden rijden; naar beneden tillen; naarbeneden glijden; neer laten zakken; neerbrengen; neergaan; neerhalen; neerkomen; neersabelen; neerschieten; ombrengen; omlaag gaan; omlaag klauteren; omlaagbrengen; omlaagdragen; omlaaggaan; omlaagklauteren; omlaagrijden; omlaagstappen; omlaagtillen; op de grond komen; overhoopschieten; schieten op; slinken; terechtkomen; van kant maken; vergaan; verlopen; vermoorden; verstrijken; vervallen; voorbijgaan
exécuter doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; ter dood brengen; terechtstellen; vermoorden afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; arbeiden; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; completeren; doen; een einde maken aan; fixen; handelen; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; koudmaken; lappen; liquideren; plegen; uit de weg ruimen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; volbrengen; volmaken; voltooien; voltrekken; volvoeren; voor elkaar krijgen; werken; zich voltrekken
fusiller doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren; neerschieten; schieten op
mettre à mort executeren; ter dood brengen; terechtstellen
tuer doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afknallen; afmaken; afschieten; afslachten; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; fusilleren; koudmaken; liquideren; moorden; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; overhoopschieten; slachten; uit de weg ruimen; van kant maken; vermoorden
égorger doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afmaken; afslachten; de keel toeknijpen; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; moorden; om het leven brengen; ombrengen; slachten; van kant maken; vermoorden; wurgen
OtherRelated TranslationsOther Translations
égorger kelen

Wiktionary Translations for executeren:

executeren
verb
  1. juridisch|nld uitvoeren van een vonnis, tenuitvoerbrengen, voltrekken
executeren
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
executeren exécuter execute — to kill as punishment

External Machine Translations: