Summary


Dutch

Detailed Translations for genoegdoen from Dutch to French

genoegdoen:

genoegdoen verb

  1. genoegdoen
    régler; acquitter; payer; réparer; solder; dédommager; s'acquitter de
    • régler verb (règle, règles, réglons, réglez, )
    • acquitter verb (acquitte, acquittes, acquittons, acquittez, )
    • payer verb (paye, payes, payons, payez, )
    • réparer verb (répare, répares, réparons, réparez, )
    • solder verb (solde, soldes, soldons, soldez, )
    • dédommager verb (dédommage, dédommages, dédommageons, dédommagez, )

Translation Matrix for genoegdoen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
acquitter genoegdoen aanzuiveren; afbetalen; aflossen; afrekenen; betalen; dechargeren; effenen; egaliseren; inlossen; nabetalen; onschuldig verklaren; vereffenen; verrekenen; voldoen; vrijpleiten; vrijspreken; zuiveren
dédommager genoegdoen afkopen; schadeloosstellen; terugbetalen; tevredenstellen; vergoeden
payer genoegdoen aanzuiveren; afbetalen; afrekenen; bekostigen; belonen; betalen; bezoldigen; boeten; dokken; doorbetalen; honoreren; lonen; nabetalen; rekening betalen; salariëren; uitbetalen; vereffenen; verrekenen; voldoen
régler genoegdoen aanpassen; aanzuiveren; afbetalen; afdoen; aflossen; afrekenen; afstellen; afstemmen; behandelen; betalen; bijleggen; bijstellen; effenen; egaliseren; fiksen; gelijkschakelen; goedmaken; herstellen; iets afhandelen; in orde maken; inlossen; instellen; klaren; maken; nabetalen; rechtzetten; regelen; repareren; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; uitpraten; vereffenen; verrekenen; voldoen
réparer genoegdoen aanpassen; bijspijkeren; bijstellen; boeten; fiksen; goedmaken; herstellen; inhalen; maken; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; rechtstrijken; rechtzetten; repareren; vernieuwen; verstellen
s'acquitter de genoegdoen aanzuiveren; afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; betalen; beëindigen; completeren; doen; een einde maken aan; handelen; klaarkrijgen; klaarmaken; kwijten; nabetalen; uitrichten; uitvoeren; vereffenen; verrichten; volbrengen; voldoen; volmaken; voltooien; zich kwijten
solder genoegdoen aanzuiveren; bergen; betalen; effenen; egaliseren; lager maken; nabetalen; opruimen; uitverkopen; vereffenen; verlagen; verrekenen; voldoen