Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. haan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for haan from Dutch to French

haan:

haan [de ~ (m)] noun

  1. de haan (trekker van vuurwapen)
    la détente; la gâchette
  2. de haan (mannelijk hoen)
    le coq
    • coq [le ~] noun

Translation Matrix for haan:

NounRelated TranslationsOther Translations
coq haan; mannelijk hoen
détente haan; trekker van vuurwapen geruststelling; kalmering; onderbreking; ontspanning; pauze; recreatie; tussenpoos; verflauwing; verslapping; verstrooiing; verzet; verzetsbeweging; vrijetijdsbesteding
gâchette haan; trekker van vuurwapen

Related Words for "haan":


Wiktionary Translations for haan:

haan
noun
  1. mannelijk dier bij de hoenderachtige vogels
haan
noun
  1. Gallinacé mâle

Cross Translation:
FromToVia
haan coq cock — male chicken or other gallinaceous bird
haan verrou lock — firing mechanism of a gun
haan coq rooster — male domestic fowl
haan coq Hahn — das männliche Tier verschiedener Vogelarten

Related Translations for haan