Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. hoorbaar zijn:


Dutch

Detailed Translations for hoorbaar zijn from Dutch to French

hoorbaar zijn:

hoorbaar zijn verb

  1. hoorbaar zijn (weerklinken)
    retentir; résonner; être audible
    • retentir verb (retentis, retentit, retentissons, retentissez, )
    • résonner verb (résonne, résonnes, résonnons, résonnez, )

Translation Matrix for hoorbaar zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
retentir hoorbaar zijn; weerklinken echoën; galmen; herhalen; klateren; kletteren; klingelen; luidkeels iets verkondigen; met krachtige stem zingen; nabouwen; napraten; nazeggen; rammelen; reflecteren; resoneren; rinkelen; schallen; schetteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; tetteren; tingelen; tinkelen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
résonner hoorbaar zijn; weerklinken echoën; galmen; herhalen; klank voortbrengen; kletteren; klinken; luiden; met krachtige stem zingen; nabouwen; naklinken; napraten; nazeggen; rammelen; reflecteren; resoneren; schallen; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
être audible hoorbaar zijn; weerklinken

Related Translations for hoorbaar zijn