Dutch

Detailed Translations for inkoken from Dutch to French

inkoken:

Conjugations for inkoken:

o.t.t.
  1. kook in
  2. kookt in
  3. kookt in
  4. koken in
  5. koken in
  6. koken in
o.v.t.
  1. kookte in
  2. kookte in
  3. kookte in
  4. kookten in
  5. kookten in
  6. kookten in
v.t.t.
  1. heb ingekookt
  2. hebt ingekookt
  3. heeft ingekookt
  4. hebben ingekookt
  5. hebben ingekookt
  6. hebben ingekookt
v.v.t.
  1. had ingekookt
  2. had ingekookt
  3. had ingekookt
  4. hadden ingekookt
  5. hadden ingekookt
  6. hadden ingekookt
o.t.t.t.
  1. zal inkoken
  2. zult inkoken
  3. zal inkoken
  4. zullen inkoken
  5. zullen inkoken
  6. zullen inkoken
o.v.t.t.
  1. zou inkoken
  2. zou inkoken
  3. zou inkoken
  4. zouden inkoken
  5. zouden inkoken
  6. zouden inkoken
en verder
  1. is ingekookt
diversen
  1. kook in!
  2. kookt in!
  3. ingekookt
  4. inkokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inkoken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rendre épais door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken dikker worden; geconcentreerder worden; stollen
réduire en bouillant door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken door koken dikker worden; indikken; verdikken
épaissir en bouillant door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken