Summary


Dutch

Detailed Translations for interim from Dutch to French

interim:

interim [het ~] noun

  1. het interim (tussentijd; tussenpoos)
    l'intérim; l'intermittence; la période; l'interligne; le temps; l'intervalle; la pause

Translation Matrix for interim:

NounRelated TranslationsOther Translations
interligne interim; tussenpoos; tussentijd interlinie; kloof; opening; regelafstand; regelspatie; spleet; tussenruimte; uitsparing
intermittence interim; tussenpoos; tussentijd interval; onderbreking; pauze; rustpauze; tussenpoos; verpozing
intervalle interim; tussenpoos; tussentijd interval; kloof; onderbreking; opening; pauze; poosje; rustpauze; spleet; toonafstand; tussenpoos; tussenruimte; uitsparing; verpozing
intérim interim; tussenpoos; tussentijd
pause interim; tussenpoos; tussentijd afleiding; breuk; cesuur; etenstijd; fractuur; kloof; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreken; onderbreking; opening; pauze; pauzeren; rustpauze; schafttijd; schaftuur; speelkwartier; spleet; tussenpoos; tussenruimte; uitsparing; verbreken; verpozing; verstrooiing; verzet; verzetje
période interim; tussenpoos; tussentijd epoch; epoche; era; fase; ontwikkelingsstadium; periode; poosje; stadium; termijn; tijdperk; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak
temps interim; tussenpoos; tussentijd epoch; epoche; era; fase; klimaat; ontwikkelingsstadium; periode; poosje; stadium; tijd; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak; weer; weersgesteldheid; weersomstandigheden
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
interligne interlinie; regelafstand
OtherRelated TranslationsOther Translations
temps weer

Related Words for "interim":

  • interims

Related Translations for interim