Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. klikken:
  2. klik:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for klikken:
    • cliquer


Dutch

Detailed Translations for klikken from Dutch to French

klikken:

klikken verb (klik, klikt, klikte, klikten, geklikt)

  1. klikken (verklappen)
    dénoncer; rapporter; trahir; déceler; cafarder; divulguer quelque chose; moucharder; dénoncer quelqu'un
    • dénoncer verb (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • rapporter verb (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • trahir verb (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )
    • déceler verb (décèle, décèles, décelons, décelez, )
    • cafarder verb
    • moucharder verb (moucharde, mouchardes, mouchardons, mouchardez, )
  2. klikken (verklikken; verraden; verklappen; verlinken)
    trahir; déceler; dénoncer; rapporter; divulguer; moucharder; colporter
    • trahir verb (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )
    • déceler verb (décèle, décèles, décelons, décelez, )
    • dénoncer verb (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • rapporter verb (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • divulguer verb (divulgue, divulgues, divulguons, divulguez, )
    • moucharder verb (moucharde, mouchardes, mouchardons, mouchardez, )
    • colporter verb (colporte, colportes, colportons, colportez, )
  3. klikken

Conjugations for klikken:

o.t.t.
  1. klik
  2. klikt
  3. klikt
  4. klikken
  5. klikken
  6. klikken
o.v.t.
  1. klikte
  2. klikte
  3. klikte
  4. klikten
  5. klikten
  6. klikten
v.t.t.
  1. heb geklikt
  2. hebt geklikt
  3. heeft geklikt
  4. hebben geklikt
  5. hebben geklikt
  6. hebben geklikt
v.v.t.
  1. had geklikt
  2. had geklikt
  3. had geklikt
  4. hadden geklikt
  5. hadden geklikt
  6. hadden geklikt
o.t.t.t.
  1. zal klikken
  2. zult klikken
  3. zal klikken
  4. zullen klikken
  5. zullen klikken
  6. zullen klikken
o.v.t.t.
  1. zou klikken
  2. zou klikken
  3. zou klikken
  4. zouden klikken
  5. zouden klikken
  6. zouden klikken
diversen
  1. klik!
  2. klikt!
  3. geklikt
  4. klikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klikken [het ~] noun

  1. het klikken (overbrengen; aanbrengen)
    la dénonciation; le rapportage

Translation Matrix for klikken:

NounRelated TranslationsOther Translations
dénonciation aanbrengen; klikken; overbrengen aangeven; aangifte; aanschrijving; aanzegging; declaratie; geklik; kennisgeving; melding; verklaring
rapportage aanbrengen; klikken; overbrengen berichtgeving; mededelingen; verklikkerij
VerbRelated TranslationsOther Translations
cafarder klikken; verklappen
cliquer sur klikken
colporter klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden colporteren; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; huis-aan-huis-verkopen; leuren; rondbrieven; rondvertellen; uitventen; venten
divulguer klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden alom bekend maken; openbaren; publiceren; uitbrengen; verbreiden; verspreiden
divulguer quelque chose klikken; verklappen doorslaan; verklappen; verraden
déceler klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden blootleggen
dénoncer klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; aanklagen; beschuldigen; betichten; overbrieven; ten laste leggen; uit de school klappen; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
dénoncer quelqu'un klikken; verklappen aanbrengen; aangeven; doorslaan; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
moucharder klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden overbrieven; uit de school klappen; verklikken
rapporter klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden berichten; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; iets melden; informeren; meedelen; melden; opbrengen; opleveren; overbrieven; rapporteren; rondbrieven; rondvertellen; terecht brengen; terugbezorgen; uit de school klappen; verklappen; verklikken; verraden; verslag uitbrengen
trahir klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; logenstraffen; loochenen; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verloochenen; verraden; verzaken

Related Words for "klikken":


Wiktionary Translations for klikken:

klikken
verb
  1. déférer à la justice quelqu’un comme coupable d’un délit, d’un crime.
  2. info|fr (tr-indir|fr) Enfoncer et relâcher le bouton-poussoir (ou cliquet) d'une souris ou d'un dispositif similaire.
  3. Traductions à classer
  4. Traductions à trier suivant le sens
  1. clic de souris d'ordinateur

Cross Translation:
FromToVia
klikken clic click — act of pressing a button on a computer mouse
klikken cafarder; cafter; moucharder tattle — to report others' wrongdoings or violations

klikken form of klik:

klik [de ~ (m)] noun

  1. de klik
    le déclic

Translation Matrix for klik:

NounRelated TranslationsOther Translations
déclic klik

Related Words for "klik":