Dutch

Detailed Translations for kwartier from Dutch to French

kwartier:

kwartier [het ~] noun

  1. het kwartier (het verschaffen van onderdak; huisvesting)
  2. het kwartier (huisvesting; accommodatie; verblijfplaats; )
    l'accommodation; le logement; l'hébergement; le domicile; l'habitation; l'abri; le gîte; le foyer; l'hospice; la maison d'accueil
  3. het kwartier (vijftien minuten)
    la quinze minutes

Translation Matrix for kwartier:

NounRelated TranslationsOther Translations
abri accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats abri; accommodatie; afdak; asiel; beschutsel; beschutting; haven; hoek; hospitium; huisvesting; luifel; onderbrenging; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; rustpunt; schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchthaven; toevluchtsoord; tramhuisje; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wachthuisje; wijkplaats
accommodation accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats aanpassing; accommodatie; bijstelling; onderbrenging; onderdak
domicile accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats domicilie; huis; residentie; thuis; verblijf; vestigingsplaats; woning; woonhuis; woonplaats
foyer accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats asiel; brandhaard; brandpunt; broeinest; eigen haard; focus; fornuis; foyer; haard; haardstede; haardstee; haardvuur; hal; hospitium; huis; koffiekamer; ontvangstruimte; opvangcentrum; receptiekamer; residentie; salon; stookgelegenheid; stookinrichting; stookplaats; thuis; verblijf; vuurhaard; woning; woonhuis
gîte accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats hazenleger; hol; hol van een dier; lager; leger; schuilplaats; slaapverblijf; slaapvertrek; slagzij
habitation accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats bewoning; huis; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis
hospice accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats asiel; doorgangshuis; hospitium; opvangcentrum
hébergement accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats accommodatie; gasthuis; herberg; hosting; huisvesting; logement; onderbrenging; onderdak; onderkomen
logement accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats accommodatie; gasthuis; herberg; huis; huisvesting; logement; logies; onderbrenging; onderdak; onderkomen; overnachting; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis
maison d'accueil accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats asiel; doorgangshuis; hospitium; opvangcentrum
procuration de logement het verschaffen van onderdak; huisvesting; kwartier
procuration de logis het verschaffen van onderdak; huisvesting; kwartier
procuration de quartier het verschaffen van onderdak; huisvesting; kwartier
quinze minutes kwartier; vijftien minuten

Related Words for "kwartier":

  • kwartieren, kwartiers, kwartiertje, kwartiertjes

Related Definitions for "kwartier":

  1. een vierde deel van een uur1
    • een kwartier bestaat uit vijftien minuten1

Wiktionary Translations for kwartier:

kwartier
noun
  1. habitation, domicile.
  2. Action d’habiter un lieu.
  3. Local d'habitation.

Cross Translation:
FromToVia
kwartier voisinage; environs; quartier neighborhood — nearby area
kwartier environs; voisinage; quartier neighbourhood — close proximity, particularly in reference to home
kwartier quartier quarter — section of a town
kwartier domicile; demeure; gîte; habitation; logement; logis Wohnung — ein Raum oder mehrere Räume, die innerhalb eines Hauses einen abgeschlossenen Bereich bilden und für einen ein- oder mehrköpfigen Haushalt zum Wohnen dienen