Dutch

Detailed Translations for leegheid from Dutch to French

leegheid:

leegheid [de ~ (v)] noun

  1. de leegheid (holheid; voosheid)
    la cavité; le vide; le creux

Translation Matrix for leegheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
cavité holheid; leegheid; voosheid hol; holle ruimte; holte; kuil; muurnis; niche; nis; uitholling
creux holheid; leegheid; voosheid gleuf; gootvormige decoratieve uitholling; holkeel; kuil; langwerpige uitholling; opening; sleuf; uitholling
vide holheid; leegheid; voosheid gaping; hiaat; lacune; ledigheid; leegte; leemte; lek; lekken; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm
ModifierRelated TranslationsOther Translations
creux blind; diep; diepliggend; hol; ingevallen; inhoudsloos; innig; intens; leeg; niet zien kunnend; nietszeggend
vide inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak

Related Words for "leegheid":


leegheid form of leeg:


Translation Matrix for leeg:

NounRelated TranslationsOther Translations
creux gleuf; gootvormige decoratieve uitholling; holheid; holkeel; kuil; langwerpige uitholling; leegheid; opening; sleuf; uitholling; voosheid
désert woestenij; woestijn
vide gaping; hiaat; holheid; lacune; ledigheid; leegheid; leegte; leemte; lek; lekken; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm; voosheid
vierge maagd
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- open
ModifierRelated TranslationsOther Translations
banal hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend alledaagse; banaal; courant; futiel; gangbaar; gebruikelijk; gering; gewoon; grof; laag-bij-de-grond; lomp; luttel; miniem; minimaal; minste; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vulgair; vunzig; weinig; weinigzeggend
creux hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend blind; diep; diepliggend; ingevallen; innig; intens; niet zien kunnend
d'un air inexpressif leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos
d'une manière inexpressive leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos
désert ledig; leeg; onbezet doods; onbebouwd; onbevolkt; onbewoond; uitgestorven
impénétrable leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos dicht; gesloten; ondoordringbaar; ondoordringbare; op slot; potdicht
inexpressif glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos grondeloos; onpeilbaar
inoccupé ijdel; leeg; loos; ongevuld onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewoond; ongebruikt; ongeopend
insondable leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos eindeloos; grondeloos; onbevattelijk; ondoorgrondelijk; oneindig; onpeilbaar; peilloos; zonder einde
inutilement ijdel; leeg; loos; ongevuld ijdel; nodeloos; nutteloos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeduidend; ongebruikt; ongeopend; onnodig; overbodig; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zinloos; zonder nut; zonder resultaat
non occupé ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; onbezet; ongevuld onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
non rempli inhoudsloos; leeg blanco; onbeschreven; oningevuld
sans effet leeg; zonder inhoud ijdel; onbeduidend; vruchteloos
sans expression glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos
vacant inhoudsloos; ledig; leeg; onbezet beschikbaar; disponibel; onbebouwd; vacant
vainement ijdel; leeg; loos; ongevuld ijdel; nutteloos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat
vide inhoudsloos; ledig; leeg; onbezet loos; luchtledig; onbebouwd; vacuum; vrij; zonder taak
vide de sens hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend doelloos; nutteloos; onzinnig; zinledig; zinloos; zonder nut
vierge inhoudsloos; leeg blanco; gaaf; koel; koud; kuis; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbeschreven; onbevlekt; onbewogen; ongebruikt; ongecultiveerd; ongeopend; ongerept; oningevuld; onontgonnen; onschuldig; onverzwakt; puur; rein; virginaal; zuiver

Related Words for "leeg":


Synonyms for "leeg":


Antonyms for "leeg":


Related Definitions for "leeg":

  1. waar niets in zit1
    • mijn glas is leeg1
  2. niet ingevuld1
    • dat vakje op het formulier is nog leeg1

Wiktionary Translations for leeg:

leeg
adjective
  1. zonder inhoud
leeg
Cross Translation:
FromToVia
leeg pur clean — pure, especially morally or religiously
leeg vide empty — devoid of content
leeg insignifiant hollow — without substance
leeg vide vacant — not occupied