Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. loden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for loodde from Dutch to French

loden:

loden verb (lood, loodt, loodde, loodden, gelood)

  1. loden (van loodglazuur voorzien)
    plomber
    • plomber verb (plombe, plombes, plombons, plombez, )

Conjugations for loden:

o.t.t.
  1. lood
  2. loodt
  3. loodt
  4. loden
  5. loden
  6. loden
o.v.t.
  1. loodde
  2. loodde
  3. loodde
  4. loodden
  5. loodden
  6. loodden
v.t.t.
  1. heb gelood
  2. hebt gelood
  3. heeft gelood
  4. hebben gelood
  5. hebben gelood
  6. hebben gelood
v.v.t.
  1. had gelood
  2. had gelood
  3. had gelood
  4. hadden gelood
  5. hadden gelood
  6. hadden gelood
o.t.t.t.
  1. zal loden
  2. zult loden
  3. zal loden
  4. zullen loden
  5. zullen loden
  6. zullen loden
o.v.t.t.
  1. zou loden
  2. zou loden
  3. zou loden
  4. zouden loden
  5. zouden loden
  6. zouden loden
en verder
  1. ben gelood
  2. bent gelood
  3. is gelood
  4. zijn gelood
  5. zijn gelood
  6. zijn gelood
diversen
  1. lood!
  2. loodt!
  3. gelood
  4. lodend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for loden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
plomber loden; van loodglazuur voorzien diepte loden; plomberen; verzegelen; vullen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
acablant loden; loodzwaar
lourd comme du plomb loden; loodzwaar loodzwaar
écrasant loden; loodzwaar lastig; met een groot gewicht; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar

Related Words for "loden":


Wiktionary Translations for loden:

loden
verb
  1. van lood vervaardigd
  2. wollen stof
  3. het peilen van waterdiepte