Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opdoffen:


Dutch

Detailed Translations for opdoffen from Dutch to French

opdoffen:

opdoffen verb (dof op, doft op, dofte op, doften op, opgedoft)

  1. opdoffen (optutten; uitdossen; opdirken)

Conjugations for opdoffen:

o.t.t.
  1. dof op
  2. doft op
  3. doft op
  4. doffen op
  5. doffen op
  6. doffen op
o.v.t.
  1. dofte op
  2. dofte op
  3. dofte op
  4. doften op
  5. doften op
  6. doften op
v.t.t.
  1. ben opgedoft
  2. bent opgedoft
  3. is opgedoft
  4. zijn opgedoft
  5. zijn opgedoft
  6. zijn opgedoft
v.v.t.
  1. was opgedoft
  2. was opgedoft
  3. was opgedoft
  4. waren opgedoft
  5. waren opgedoft
  6. waren opgedoft
o.t.t.t.
  1. zal opdoffen
  2. zult opdoffen
  3. zal opdoffen
  4. zullen opdoffen
  5. zullen opdoffen
  6. zullen opdoffen
o.v.t.t.
  1. zou opdoffen
  2. zou opdoffen
  3. zou opdoffen
  4. zouden opdoffen
  5. zouden opdoffen
  6. zouden opdoffen
en verder
  1. heb opgedoft
  2. hebt opgedoft
  3. heeft opgedoft
  4. hebben opgedoft
  5. hebben opgedoft
  6. hebben opgedoft
diversen
  1. dof op!
  2. doft op!
  3. opgedoft
  4. opdoffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opdoffen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
se bichonner opdirken; opdoffen; optutten; uitdossen; zich opdirken
se pomponner opdirken; opdoffen; optutten; uitdossen; zich opdirken