Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. riek:
  2. rieken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for riek from Dutch to French

riek:

riek [de ~ (m)] noun

  1. de riek (gaffel; vork; hooivork)
    la fourche; la fourche à fumier; le trident

Translation Matrix for riek:

NounRelated TranslationsOther Translations
fourche gaffel; hooivork; riek; vork aftakking; driesprong; onderafdeling; splitsing; tweesprong; vertakking; wegsplitsing
fourche à fumier gaffel; hooivork; riek; vork mestvork
trident gaffel; hooivork; riek; vork drietand

Related Words for "riek":


Wiktionary Translations for riek:

riek
noun
  1. instrument qui consiste en un long manche de bois terminer par deux ou trois branches ou pointes de boire, de fer, qui vont en s’écarter.
  2. Outil de jardinier (1)

Cross Translation:
FromToVia
riek râteau HarkeGartengerät zum Ebnen von Beeten und Auflockern des Bodens
riek râteau rake — garden tool

rieken:

rieken verb (riek, riekt, riekte, riekten, geriekt)

  1. rieken (een geur verspreiden; ruiken; geuren)
    fleurer; exhaler; embaumer
    • fleurer verb (fleure, fleures, fleurons, fleurez, )
    • exhaler verb (exhale, exhales, exhalons, exhalez, )
    • embaumer verb (embaume, embaumes, embaumons, embaumez, )
  2. rieken (stinken; ruiken; meuren; )
    sentir mauvais; puer; empester
    • puer verb (pue, pues, puons, puez, )
    • empester verb (empeste, empestes, empestons, empestez, )

Conjugations for rieken:

o.t.t.
  1. riek
  2. riekt
  3. riekt
  4. rieken
  5. rieken
  6. rieken
o.v.t.
  1. riekte
  2. riekte
  3. riekte
  4. riekten
  5. riekten
  6. riekten
v.t.t.
  1. heb geriekt
  2. hebt geriekt
  3. heeft geriekt
  4. hebben geriekt
  5. hebben geriekt
  6. hebben geriekt
v.v.t.
  1. had geriekt
  2. had geriekt
  3. had geriekt
  4. hadden geriekt
  5. hadden geriekt
  6. hadden geriekt
o.t.t.t.
  1. zal rieken
  2. zult rieken
  3. zal rieken
  4. zullen rieken
  5. zullen rieken
  6. zullen rieken
o.v.t.t.
  1. zou rieken
  2. zou rieken
  3. zou rieken
  4. zouden rieken
  5. zouden rieken
  6. zouden rieken
diversen
  1. riek!
  2. riekt!
  3. geriekt
  4. riekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rieken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
embaumer een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken balsemen; inbalsemen
empester een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen bederven; vergallen; verknoeien; verpesten
exhaler een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken dampen; stomen; uitwasemen; wasemen
fleurer een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met
puer een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen
sentir mauvais een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen

Related Words for "rieken":


Wiktionary Translations for rieken:

rieken
verb
  1. introduire dans un cadavre des substances propres à empêcher qu’il ne se corrompre.
  2. Traductions à trier suivant le sens