Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. taggen:


Dutch

Detailed Translations for taggen from Dutch to French

taggen:

taggen verb

  1. taggen
    marquer
    • marquer verb (marque, marques, marquons, marquez, )

Translation Matrix for taggen:

NounRelated TranslationsOther Translations
marquer aanstrepen
VerbRelated TranslationsOther Translations
marquer taggen aankruisen; aanstippen; aanstrepen; aantippen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afvinken; afzetten; begrenzen; bevestigen; branden; brandmerken; contrasteren; ergens aan bevestigen; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; tippen; typeren; van stigma's voorzien; vastmaken; vastzetten; vinken