Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. toebrengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toebrengen from Dutch to French

toebrengen:

toebrengen verb (breng toe, brengt toe, bracht toe, brachten toe, toegebracht)

  1. toebrengen
    infliger; donner; porter
    • infliger verb (inflige, infliges, infligeons, infligez, )
    • donner verb (donne, donnes, donnons, donnez, )
    • porter verb (porte, portes, portons, portez, )

Conjugations for toebrengen:

o.t.t.
  1. breng toe
  2. brengt toe
  3. brengt toe
  4. brengen toe
  5. brengen toe
  6. brengen toe
o.v.t.
  1. bracht toe
  2. bracht toe
  3. bracht toe
  4. brachten toe
  5. brachten toe
  6. brachten toe
v.t.t.
  1. heb toegebracht
  2. hebt toegebracht
  3. heeft toegebracht
  4. hebben toegebracht
  5. hebben toegebracht
  6. hebben toegebracht
v.v.t.
  1. had toegebracht
  2. had toegebracht
  3. had toegebracht
  4. hadden toegebracht
  5. hadden toegebracht
  6. hadden toegebracht
o.t.t.t.
  1. zal toebrengen
  2. zult toebrengen
  3. zal toebrengen
  4. zullen toebrengen
  5. zullen toebrengen
  6. zullen toebrengen
o.v.t.t.
  1. zou toebrengen
  2. zou toebrengen
  3. zou toebrengen
  4. zouden toebrengen
  5. zouden toebrengen
  6. zouden toebrengen
en verder
  1. ben toegebracht
  2. bent toegebracht
  3. is toegebracht
  4. zijn toegebracht
  5. zijn toegebracht
  6. zijn toegebracht
diversen
  1. breng toe!
  2. brengt toe!
  3. toegebracht
  4. toebrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toebrengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
donner weggeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
donner toebrengen aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; declareren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; reiken; schenken; ten huwelijk geven; toedragen; toesteken; toevoeren; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; verlenen; verstrekken; weggeven; wegschenken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
infliger toebrengen
porter toebrengen aan hebben; aandoen; aangeven; aanreiken; afgeven; afvoeren; berokkenen; dragen; gebukt gaan onder; geven; meedragen; naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; ondersteunen; opwaarts dragen; overgeven; overhandigen; rugsteunen; sjouwen; steunen; toesteken; torsen; veroorzaken; versturen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; zenden; zeulen


Related Translations for toebrengen