Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verstommen:


Dutch

Detailed Translations for verstommen from Dutch to French

verstommen:

verstommen verb (verstom, verstomt, verstomde, verstomden, verstomd)

  1. verstommen (verstillen)

Conjugations for verstommen:

o.t.t.
  1. verstom
  2. verstomt
  3. verstomt
  4. verstommen
  5. verstommen
  6. verstommen
o.v.t.
  1. verstomde
  2. verstomde
  3. verstomde
  4. verstomden
  5. verstomden
  6. verstomden
v.t.t.
  1. heb verstomd
  2. hebt verstomd
  3. heeft verstomd
  4. hebben verstomd
  5. hebben verstomd
  6. hebben verstomd
v.v.t.
  1. had verstomd
  2. had verstomd
  3. had verstomd
  4. hadden verstomd
  5. hadden verstomd
  6. hadden verstomd
o.t.t.t.
  1. zal verstommen
  2. zult verstommen
  3. zal verstommen
  4. zullen verstommen
  5. zullen verstommen
  6. zullen verstommen
o.v.t.t.
  1. zou verstommen
  2. zou verstommen
  3. zou verstommen
  4. zouden verstommen
  5. zouden verstommen
  6. zouden verstommen
diversen
  1. verstom!
  2. verstomt!
  3. verstomd
  4. verstommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verstommen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
s'apaiser verstillen; verstommen afkoelen; koel worden; luwen; tot bedaren komen; uitrazen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
se taire verstillen; verstommen blijven staan; inhouden; stilhouden; stilstaan; stilzwijgen; stoppen