Dutch

Detailed Synonyms for vergaren in Dutch

vergaren:

vergaren verb (vergaar, vergaart, vergaarde, vergaarden, vergaard)

  1. vergaren
    verzamelen; vergaren; bijeenzoeken
    • verzamelen verb (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • vergaren verb (vergaar, vergaart, vergaarde, vergaarden, vergaard)
    • bijeenzoeken verb (zoek bijeen, zoekt bijeen, zocht bijeen, zochten bijeen, bijeengezocht)
  2. vergaren
    verzamelen; vergaren; sparen; opeenhopen; oppotten; bijeenzamelen
    • verzamelen verb (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • vergaren verb (vergaar, vergaart, vergaarde, vergaarden, vergaard)
    • sparen verb (spaar, spaart, spaarde, spaarden, gespaard)
    • opeenhopen verb (hoop opeen, hoopt opeen, hoopte opeen, hoopten opeen, opeengehoopt)
    • oppotten verb (pot op, potte op, potten op, opgepot)
  3. vergaren
    verzamelen; vergaren; inzamelen
    • verzamelen verb (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • vergaren verb (vergaar, vergaart, vergaarde, vergaarden, vergaard)
    • inzamelen verb (zamel in, zamelt in, zamelde in, zamelden in, ingezameld)

Conjugations for vergaren:

o.t.t.
  1. vergaar
  2. vergaart
  3. vergaart
  4. vergaren
  5. vergaren
  6. vergaren
o.v.t.
  1. vergaarde
  2. vergaarde
  3. vergaarde
  4. vergaarden
  5. vergaarden
  6. vergaarden
v.t.t.
  1. heb vergaard
  2. hebt vergaard
  3. heeft vergaard
  4. hebben vergaard
  5. hebben vergaard
  6. hebben vergaard
v.v.t.
  1. had vergaard
  2. had vergaard
  3. had vergaard
  4. hadden vergaard
  5. hadden vergaard
  6. hadden vergaard
o.t.t.t.
  1. zal vergaren
  2. zult vergaren
  3. zal vergaren
  4. zullen vergaren
  5. zullen vergaren
  6. zullen vergaren
o.v.t.t.
  1. zou vergaren
  2. zou vergaren
  3. zou vergaren
  4. zouden vergaren
  5. zouden vergaren
  6. zouden vergaren
diversen
  1. vergaar!
  2. vergaart!
  3. vergaard
  4. vergarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze