Dutch

Detailed Synonyms for bezig in Dutch

bezig:

bezig adj

  1. bezig
  2. bezig
  3. bezig
  4. bezig
    – ergens aan werken 1
    bezig
    – ergens aan werken 1
    • bezig adj
      • we zijn bezig met de afwas1

Related Words for "bezig":


Related Definitions for "bezig":

  1. ergens aan werken1
    • we zijn bezig met de afwas1

bezigen:

bezigen verb (bezig, bezigt, bezigde, bezigden, gebezigd)

  1. bezigen
    gebruiken; hanteren; gebruik maken van; bezigen
    • gebruiken verb (gebruik, gebruikt, gebruikte, gebruikten, gebruikt)
    • hanteren verb (hanteer, hanteert, hanteerde, hanteerden, gehanteerd)
    • gebruik maken van verb (maak gebruik van, maakt gebruik van, maakte gebruik van, maakten gebruik van, gebruik gemaakt van)
    • bezigen verb (bezig, bezigt, bezigde, bezigden, gebezigd)
  2. bezigen
    gebruiken; toepassen; aanwenden; bezigen
    • gebruiken verb (gebruik, gebruikt, gebruikte, gebruikten, gebruikt)
    • toepassen verb (pas toe, past toe, paste toe, pasten toe, toegepast)
    • aanwenden verb (wend aan, wendt aan, wendde aan, wendden aan, aangewend)
    • bezigen verb (bezig, bezigt, bezigde, bezigden, gebezigd)

Conjugations for bezigen:

o.t.t.
  1. bezig
  2. bezigt
  3. bezigt
  4. bezigen
  5. bezigen
  6. bezigen
o.v.t.
  1. bezigde
  2. bezigde
  3. bezigde
  4. bezigden
  5. bezigden
  6. bezigden
v.t.t.
  1. heb gebezigd
  2. hebt gebezigd
  3. heeft gebezigd
  4. hebben gebezigd
  5. hebben gebezigd
  6. hebben gebezigd
v.v.t.
  1. had gebezigd
  2. had gebezigd
  3. had gebezigd
  4. hadden gebezigd
  5. hadden gebezigd
  6. hadden gebezigd
o.t.t.t.
  1. zal bezigen
  2. zult bezigen
  3. zal bezigen
  4. zullen bezigen
  5. zullen bezigen
  6. zullen bezigen
o.v.t.t.
  1. zou bezigen
  2. zou bezigen
  3. zou bezigen
  4. zouden bezigen
  5. zouden bezigen
  6. zouden bezigen
diversen
  1. bezig!
  2. bezigt!
  3. gebezigd
  4. bezigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for bezig